Ik ben lief

Overprikkeld…alweer!

Daar zat ik weer, met een rondtollend hoofd en een misselijke steen in mijn maag voor me uit te staren. Ik leek wel dronken, maar het was in ieder geval minder erg dan een paar dagen geleden, toen ik met mijn jas en schoenen nog aan op bed lag te rillen en te huilen met mijn handen tegen mijn gezicht.

Beide situaties zijn niet fijn, maar wel duidelijk.

Lastiger is de fase ervoor, als het zo erg nog niet is. Wanneer je voelt dat het niet meer zo goed gaat, maar je toch door moet. Wanneer je niets liever zou willen dan aan de noodrem trekken, maar niet weet hoe. Wanneer je zou willen huilen, maar het niet doet, omdat je nog niet wilt opgeven.

Het is al geen pretje om je zo te voelen, maar als er dan nog een extra beroep op je relativeringsvermogen wordt gedaan, al is het maar iets kleins, dan…LUKT HET NIET MEER!

Gelukkig komt zo’n plotselinge ondraaglijke spanningspiek -sommigen noemen dat een autistische meltdown- bijna niet meer voor sinds ik beter met mijn autisme heb leren omgaan. Onder -voor mij- extreme omstandigheden kan het echter nog steeds een beetje mis gaan. Coronastress, scholen dicht, nauwelijks nog tijd alleen hebben…dat helpt bijvoorbeeld niet erg mee om me goed te blijven voelen. Zo vloog er laatst toch ineens keihard een ringband agenda door de gang. Frrrot, alle blaadjes los en heel 2021 over de vloer. Hadden we toch nog een witte kerst.

En ik haatte mezelf erom

 ‘Maar schat, je hebt ook leuke kanten,’ zei mijn man.

Als iemand dat tegen je zegt, weet je hoe erg het was. Tegelijkertijd is het waar; ik heb ongetwijfeld ook leuke kanten, misschien zelfs als ik overprikkeld ben. Net als onze kinderen. Zij hebben ook autisme en wat ik in mezelf niet zie, zie ik des te duidelijker in hen. Ik vind ze prachtig, puur en origineel en ik begrijp hun doen en laten, zelfs als ik dat niet leuk vind. Ik troost ze als hun hoofdjes te vol zitten, want ik weet hoe het voelt.

Waarom kost het me dan zoveel moeite om van mezelf te houden?

Knipoog van boven

Mijn dochtertje had koffie voor me gemaakt, dat vind ze heel leuk om te doen. Ze zette het kopje voor me neer en in plaats van een koekje had ze er een briefje bij gedaan:

niet vergeten dat je lief bent

Zou door hebben gehad hoe ik me voelde? Ik durfde het haar niet vragen, bang dat ik het moment kapot zou maken. Daarom aanvaardde ik het briefje als oprecht spontaan geschenk van mijn kind en als een knipoog van boven.

Het zou een goed voornemen kunnen zijn voor het nieuwe jaar: mezelf lief leren vinden, met de dingen waarvan ik geniet en alles waarvan ik baal. Met de dingen waar ik om moet lachen en met alles wat pijn doet. Met mijn successen en met mijn autistische flipmomenten. En ook met alles wat andere mensen niet leuk aan mij vinden. Want ik ben één geheel, met alle eigenschappen die daarbij horen. Niet alles is altijd goed en aangenaam aan mij, maar ook dan ben ik nog steeds lief.

Niet vergeten…

Autisme als zegen of als vloek

Ik geloof dat autisme bedoeld is om smaak aan de wereld te geven. Niet omdat het beter is, maar simpelweg omdat het anders is. Iedereen heeft zijn eigen unieke set eigenschappen gekregen om de wereld interessanter en rijker te maken en bij ons heet dat autisme.

En ja, er zitten ook lastige kanten aan autisme. Autisme is oké, maar alle goede dingen waar je verkeerd mee omgaat veranderen in een vloek. Als autist meedoen met de meerderheid en daarbij krampachtig verhullen dat je jezelf omver holt, leidt onvermijdelijk tot een crash, iedere keer opnieuw. Overprikkeld…alweer! Want elke goede eigenschap die je probeert te negeren en onderdrukken wordt een beperking.

Ik wil van mijn autisme dolgraag een zegen maken, maar ik weet niet hoe. Die vindt dit, die vindt dat, ik probeer me aan te passen, zoek een gezond evenwicht…en dan ben ik alwéér overprikkeld, alweer beperkt. Daarom denk ik dat het vertrekpunt moet zijn dat ik eerst van mezelf leer houden. Want als je van jezelf houdt, vind je jezelf automatisch de moeite waard om goed voor te zorgen en dan nemen mooie eigenschappen uiteindelijk de overhand. Wat je aandacht en zorg geeft, dat groeit.

Voor mij betekent het, dat ik mezelf nog meer door de ogen van God moet leren zien en niet door die van mensen, want die zeggen vaak maar wat, zonder te weten waar ze het over hebben. Mijn dochtertje heeft de spijker op zijn kop geslagen: niet vergeten dat je lief bent.

God draait alles om

Voor veel mensen is dit een onzekere tijd, voor jou misschien ook. Bijna iedereen draagt wel extra zorg, last of verdriet met zich mee, soms ongezien. En of corona het komende jaar blijft of gaat weet niemand. Niets is zeker.

Maar God draait alles om. Wat zwak is maakt Hij sterk. Ik weet nog niet hoe, maar ik weet het zeker. Vraag het Hem en houd dan je ogen en oren goed open. Misschien spreekt Hij tot jou dan ook wel door zoiets simpels als een memokrabbeltje van een kind.

‘Roep mij aan en ik zal je antwoorden, ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn.’ Jeremia 33:3

Coronakuikentjes

Barnevelder krielkuikentjes, 2 weken oud.

Harde lockdown

Mijn man zei vorige week nog: doe niet zo gestrest, dat gaan ze heus niet meer doen. Maar wel dus. Ik snap er niets meer van. Er was toch afgesproken dat basisonderwijs te belangrijk was en de schade van de vorige lockdown te groot? En kinderen onder de twaalf waren toch nauwelijks besmettelijk?

Opnieuw thuisonderwijs geven aan drie autikids tegelijk en te weinig ruimte om mijn eigen overvolle hoofd te ontspannen…

HOE DAN???

Mijn hart brak en ik belde ik mijn man op zijn werk. Ik wist het niet meer, ik wist het echt niet meer. Dit ging om veel meer. Dit ging om gebroken vertrouwen. Als onderwijs ophoudt, dan is het oorlog. Als basisrechten van kinderen niet meer gelden, dan geldt er niets meer. Niets is dan nog zeker. Mijn man overwoog om naar huis te komen, maar dat wilde ik niet.

Wat moest hij er nog aan doen?

Wat kon er nog wel?

Ongenuanceerd alle paniek eruit janken helpt om het hoofd te klaren.

Ik dacht nog eens terug aan de schoolsluiting in maart. Het was in eerste instantie afschuwelijk, maar dat was het niet alleen maar geweest. Er waren uiteindelijk oplossingen gekomen, via opa en oma, via school en via gezinsbegeleiding, waardoor de situatie thuis draaglijker was geworden. Langzaam was ik die keer uit de put gekropen en was ik beginnen te zien wat er allemaal nog wel kon. En dat was nog best veel. Ik had geen enkele reden om eraan te twijfelen dat er ook nu oplossingen en lichtpuntjes zouden komen.

Die gedachte kalmeerde mij. En er kwam spontaan iets leuks op in mijn hoofd, iets waar ik al vaker in gedachten mee heb gespeeld.

Kuikentjes

Wij hebben kippen, barnevelder krieltjes. We hadden er drie, maar een daarvan is afgelopen zomer doodgegaan en daarom wilden we al heel lang een nieuwe kip kopen. De kippenboer in de regio zei, dat we dan beter twee volwassen kippen konden kopen, omdat we anders het risico liepen dat de oude kippen de nieuwe niet zouden accepteren. Maar er waren helemaal geen volwassen barnevelder krielen meer te krijgen bij ons in de buurt, alleen kuikens. Wij vonden kuikens onhandig, want die moeten onder een warme lamp in een apart hok tot ze groot zijn. We hebben de kinderen nog geprobeerd om te praten voor kippen van een ander ras, maar nee: ze wilden per se precies dezelfde.

Maar door de nieuwe lockdown lag alles plotseling totaal anders. Handig of onhandig deed er niet meer toe. En ver weg of dichtbij ook niet. Ik moest iets doen met het verdriet en het drukkende gevoel in mijn lijf. Geen enkel middel daartoe klonk mij nog raar of onbereikbaar in de oren.

Kuikentjes onder onze kerstboom, why not?

En ineens waren kuikentjes mijn allesoverheersende target geworden om alle coronaleed op te projecteren. Ik belde alle kippenboeren in de buurt en zocht me suf op Marktplaats.nl, maar er waren geen barnevelder krielkuikentjes. Wel andere. Zou ik…?

Die avond, aan tafel, liet ik de kinderen uitgebreid ‘aaaaahhhh’ roepen bij het zien van een advertentie met een foto van allemaal superschattige kuikentjes, geen barnevelders, maar cochins. Aansluitend polste ik het gemoed van mijn man. Die reageerde niet enthousiast, maar ook niet afkeurend. Geen ja, maar ook geen nee…

De laatste schooldag

Ik durfde het toch niet aan. Maar dinsdagmiddag, even na de lunch, vond ik een nieuwe advertentie. Boer Gerrit bood echte barnevelder krielkuikentjes aan, van maar twee weken oud!!!

Ik dacht: laat ik er maar meteen twee reserveren, voor ze weg zijn. Dan kan ik het daarna nog wel overleggen met mijn man. Ik stuurde een mail. Boer Gerrit reageerde meteen en vroeg hoe laat ik de kuikentjes kwam ophalen. Ai, dat werd ineens wel heel concreet! Maar ik moest natuurlijk iets antwoorden…en voor ik  het wist had ik een afspraak gemaakt voor de volgende dag. Maar so what? Afspraken kun je desnoods nog wel afzeggen. Dat snapt iedereen in deze tijd.

Maar wie A zegt moet wel voorbereid zijn op B, dus bestelde ik maar vast alle kuikenbenodigdheden bij een winkel in onze buurt. Annuleren of terugbrengen kon per slot van rekening altijd nog.

Het was bijna tijd om de kinderen te gaan halen. Ik klapte mijn laptop dicht, liep de trap af en pakte mijn jas. Daar was mijn man.

Ik zei: ‘Schat, ik heb twee kuikentjes besteld en ik ga ze morgen ophalen, vind je wel goed toch?’

Maar man zat druk te telefoneren en wuifde me weg.

Gewoon doen!

Wat heb ik nu weer gedaan? dacht ik, terwijl ik naar het schoolplein fietste.

Bij school stonden ouders die ik kende. Ik ging er- op anderhalve meter- bij staan. Ze hadden het over de pup die iemand bij zich had. ‘Een coronapuppy?’, vroeg een moeder. Ik luisterde aandachtig. De eigenaar lachte: ‘ Ja, er schijnt nu een ware run op pups te zijn.’ Al gauw raakte het gesprek vermengd met nog andere coronahuisdiersoorten en ik besloot dat dit een goed moment was om mijn idee aan dit panel voor te leggen:

‘Ik wil morgen coronakuikentjes gaan halen voor de kinderen, helemaal in de buurt van Barneveld. Maar mijn man weet het nog niet…’

‘Gewoon doen!!!’ zei een medemoeder. Het klonk te gek, precies wat ik had willen horen. En toch voelde het niet helemaal goed.

’s Avonds aan tafel keek mijn man me recht aan: ‘Wat zei je vanmiddag nu eigenlijk over die kuikentjes?’

Op naar Barneveld

De andere dag stapte ik in mijn eentje in de auto naar Barneveld, aan het gloren van een nieuwe lockdown en met een prachtige ondergaande zon in mijn rug. Ik voelde me opgelucht en avontuurlijk. Het had nog wat overtuigingskracht gekost om de spullen voor de kuikens in de winkel te mogen afhalen, maar nu stond alles klaar onder kerstboom. En nog fijner: ik ging op pad met de enthousiaste goedkeuring van mijn man en kinderen.

Het was stil en fris op het boerenland. Alsof corona niet bestond. Het had me heerlijk geleken om er een eindje in rond te zwerven, maar het werd al schemerig en koud toen ik de kuikentjes had afgerekend. Ik keek in de doos naast me in de auto en voelde of de kuikentjes het warm genoeg hadden. Ik snoof nog wat restjes vrijheid, stilte en schoon landschap op en startte de motor voor de tweede helft van de rit.

Het komt goed

Het geluid van mijn lieve man en kinderen bij het zien van de pluizige bolletjes, zo klein als musjes…Onbetaalbaar!  Alleen daarvoor zou ik de hele rit heen- en weer nog wel een keer over willen doen!

We hebben de kuikentjes nu drie dagen en ze eten en drinken goed. Manlief heeft gisteren een ren voor ze in elkaar geknutseld, half  onder de kerstboom, zodat we onze schattige kuikentjes extra goed kunnen zien rondscharrelen. Het genot van de kinderen als ze de kuikentjes mogen aaien en knuffelen…wat een zegen is dit!

En alsof een getroost gemoed automatisch een stroom aan zegeningen op gang brengt, ben ik woensdag gebeld door school, vlak voordat ik de kuikens ging halen. Onze jongste zoon, die van onze drie kinderen de meest pittige autistische trekken heeft, mag na de vakantie naar school komen. Er is een plekje voor hem in de noodklas en daar mag hij zijn schoolwerk doen, zodat het thuis niet meer hoeft en ik mijn aandacht kan richten op de andere twee kids.

Het is nog steeds zwaar, loodzwaar zelfs, maar de meevallers tellen voor mij zwaarder, want die zijn het bewijs dat God ons ook nu niet zal vergeten.

Natuurlijk ben ik nog steeds bang, moe en verdrietig om waar we met z’n allen doorheen moeten. Maar ik weet: het komt goed!

‘See, God has come to save me. I will trust in Him and not be afraid. The Lord God is my strength and my song; he has given me victory.’ Isaiah 12:2

Brei je blij!

De winter is gearriveerd en de avonden zijn lang. Wat doe je dan?

Breien natuurlijk! Want breien is het nieuwe puzzelen. Echt puzzelen, met een heleboel van die mooi gekleurde puzzelstukjes, leidt altijd tot diezelfde puzzel waar er nog meer van zijn in de winkel. Maar breien is heel bijzonder. Het heeft namelijk maar één puzzelstuk en dat is een mega lange draad. Je kunt deze steekjespuzzel uiteindelijk toepassen als trui, als sok, als theemuts, als sjaal en zelfs als kerstbal; je mag per puzzeldraad helemaal zelf weten wat het wordt. En dat kan ook nog eens op eindeloos veel manieren, met unieke kleuren, structuren en designs.

Het lijkt misschien letterlijk wat ingewikkeld, zo’n draad om een stel stokjes winden tot het iets wordt, maar dat is het niet. Alles waarvan je weet hoe het moet valt namelijk reuze mee.

Wat vind ik fijn aan breien?

Voor mij is het een autistische fascinatie, iets om mee tot rust te komen door er compleet in op te gaan. Dat doe ik ook wel door muziek te maken, maar als ik erg overprikkeld ben kost dat een te grote fysieke inspanning om er nog ontspannen van te kunnen genieten. Ongeveer hetzelfde geldt voor schrijven. Als mijn hoofd vol zit, helpt schrijven wel, maar zodra ik te overprikkeld ben om mijn gedachten nog in woorden en zinnen om te kunnen zetten houdt het op. Breien gaat dan vaak nog wel. De afleiding van de repetitieve bewegingen en het gevoel van even niets moeten helpt om de gedachtestroom weer op gang te krijgen, zodat ik alle indrukken, gevoelens en emoties kan verwerken.

De fascinatie voor breien zit hem voor mij vooral in de natuurlijke uitstraling van wol, katoen of linnen. Ik weiger daarom synthetisch garen. Ik vind het materiaal nu eenmaal interessanter dan wat ik ermee wil gaan maken en of dat ooit af komt. Dat leidt ertoe dat ik altijd meerdere projecten tegelijk heb liggen, soms wel vijf of meer. Ik vertoon daar een soort ekstergedrag in; er ligt inmiddels een grote mand vol garen op de vliering van ons huis. Ik hou ervan om eraan te voelen, om het steeds weer te sorteren en om te dromen van wat ik er allemaal van zou kunnen maken. Ik hou van de kleuren, hoe al die steekjes als een visgraatje in elkaar passen of deel uitmaken van een gedetailleerd gaatjes- en kabelpatroon.

Breien helpt tegen stress

Maar ook al lijk ik op een ekster: alles wat ik verzamel brei ik uiteindelijk wel een keer op. Dat is tenminste wel mijn intentie. Ik brei om rustig te worden en om rustig te blijven. In ons gezin, waarin alle drie de kinderen en ikzelf autisme hebben, is rust kostbaar, kostbaarder dan de duurste wol.

Ik zie autisme nadrukkelijk niet als handicap, want er is goed mee te leven. Maar autisme is zeker niet altijd een pretje. Door mijn andere informatieverwerking kan ik moeilijk filteren wat ik aan informatie binnenkrijg en wat er binnenkomt kost me soms veel moeite om te verwerken tot een zinvol geheel. Indrukken, woorden en gebeurtenissen kunnen dagenlang of zelfs wekenlang als ongesponnen wol in mijn hoofd blijven zitten, vooral als er teveel tegelijk op me afkomt. Ik kan er niets mee, maar ik kan het ook niet negeren en het zit in de weg bij alles waar ik mijn hoofd bij moet gebruiken. Dat geeft een diep brandend en ziek gevoel van onrust. Ongelooflijk veel energie kost dat. Als zo’n periode te lang duurt, kan ik me erg depressief gaan voelen.  

Het is heus niet altijd zo erg, maar ik wil hiermee illustreren waarom het vooral bij autisme van levensbelang is om overbelasting tegen te gaan. Maar teveel stress is natuurlijk voor niemand goed. De maatschappij is prikkelrijk, veeleisend en jachtig en zeker nu, in coronatijd, is er veel om over te piekeren. Ik denk daarom dat ook veel niet-autistische mensen wel iets herkennen van wat ik zojuist heb omschreven. Ook zij zouden hun zenuwstelsel en hun lijf een enorme dienst bewijzen door wat meer autistisch met zichzelf om te gaan, bijvoorbeeld door hun stress weg te breien.     

Hoe pak je anti-stress breien effectief aan?

Hier heb ik zelf pas een plannetje voor gemaakt. Vooral nu is het namelijk hard nodig dat ik mezelf dwing tot pauze, vanwege de coronacrisis. Dingen moeten daardoor grondig anders en wat er dan anders moet verandert zelf ook iedere keer. Ik houd al niet van veranderingen, maar op deze manier zal het wel nooit wennen. Veel dingen waar ik rust en energie uit haalde mogen bovendien niet meer en ik word er de hele dag op allerlei manieren aan herinnerd dat de wereld in brand staat.

Voor andere mensen is een andere aanpak misschien beter, maar voor mij werkt het zo:

Na elke inspanning of elk stressmoment mag ik van mezelf een aantal minuten breien. Dat hoeft niet lang te zijn, maar zo krijgt mijn hoofd de tijd om de ene activiteit af te sluiten en te schakelen naar de volgende. Door dat te doen krijg ik meer structuur in de dag en voelt het minder leeg, bedreigend, onzeker en hopeloos. Ik doe het nadrukkelijk niet als tijdverdrijf, want het is zeker niet zo dat ik niets te doen heb. In feite houd ik door breipauzes in te plannen juist meer tijd over, want ik word er rustiger en dus effectiever door.

Verder heb ik met mezelf afgesproken dat ik ’s avonds laat niets meer mag doen waar mijn hoofd van gaat malen. Dus pak ik minimaal een half uur voordat ik ga slapen mijn breiwerk erbij, zodat dat het laatste is wat ik doe voordat ik naar bed ga. Het helpt nog niet echt, maar zo probeer je maar weer eens wat.

Lege tijd

Even moeten wachten en ondertussen niets te doen hebben is voor veel mensen met autisme een nachtmerrie, vooral als je niet tot op de minuut nauwkeurig weet hoe lang het wachten nog zal duren. Mijn kinderen vinden dat ook. Lege tijd wordt al gauw kliertijd of aan-mama-hangtijd en ik snap dat heel goed, hoe vervelend het ook is.

Voor volwassenen en grotere kinderen kan breien helpen om jezelf te beschermen tegen lege tijd. Zelf neem ik daarom altijd een breiwerk mee. Ik doe dat zelfs als ik weet dat ik niet aan breien toe zal komen, gewoon vanwege de angst dat ik misschien toch even niets te doen zal hebben. Soms brei ik niet alleen daarom, maar ook om te voorkomen dat ik overprikkeld raak. Zelfs in de kerk zit ik wel eens stiekem te breien. Hoe moet ik me anders concentreren als de spreker de hele tijd heen en weer loopt en hoorbaar in de microfoon ademt, als mijn man vlak naast me een fluitend geluid in zijn neus heeft en als degene recht voor me een jasje aan heeft waarvan het patroon net niet aansluit in de rugnaad?

Om breiwerken makkelijk mee te nemen, kun je het beste gebruik maken van rondbreinaalden aan een snoer. Die naalden zijn korter en steken dus minder makkelijk uit en breken daardoor ook minder snel. Een probleem, ook van portable breiwerken, is wel dat ze groeien. Uiteindelijk kun je ze niet meer fatsoenlijk overal naartoe slepen, maar mijn ekstergedrag compenseert dat gelukkig. Ziehier een groot voordeel van het hebben van meerdere lopende projecten in verschillende stadia.

Breitherapie

Breien helpt bij psychisch en lichamelijk leed. Er bestaat zelfs breitherapie hoorde ik. Ik heb dus maar eens op het Internet rondgesurfd om te zien wat ze daar op die breitherapie dan zoal doen behalve breien. En dat is eigenlijk niets. Het is echt alleen breien; alle voordelen voor lijf en geest liggen gewoon al besloten in de activiteit zelf!

Breien is goed voor je, want:

  • Het geeft voldoening, omdat je iets moois aan het maken bent.
  • Door je handen te laten samenwerken verbeter je de coördinatie van je beide hersenhelften.
  • Stress en andere psychische klachten verminderen doordat je je aandacht op één activiteit richt.
  • Het is ontspanning die tegelijkertijd een doel heeft en dat maakt het aantrekkelijk.
  • Het is een ritmisch en repetitief karweitje waardoor het stressverlagend werkt.
  • Al breiend kom je toe aan het verwerken van je gedachtes, waardoor je minder gaat piekeren, je beter kunt ontspannen en meer gevoelens van blijdschap kunt ervaren.

Van breien word je blij!

‘Een sterke vrouw, zie zal haar vinden? Zij is meer waard dan edelstenen. Zij zoekt wol en linnen uit, en spint en weeft met vreugde. Ze maakt de mooiste dekens, ze gaat gekleed in linnen en purperen wol’ Spreuken 31:10, 13 en 20