God ziet jou

Een slang in een appelboom.
De slang is het meest listige dier in het paradijs. Wat hij vertelt is waar, maar het is maar de helft van de waarheid of minder.

Ik ga het doen. Ik ga de hele Bijbel lezen, van kaft tot kaft. Letterlijk. En ik ben al bij Genesis.

Nee serieus, ik meen het.

Wat God me in zijn Woord laat zien, schrijf ik op in een dagboek of in de kantlijn van mijn Bijbel en af en toe maak ik daar een blog van. Geen theologische verhandelingen, maar gewoon wat me opvalt.

Deze blog gaat over mijn ontdekkingstocht door het vermeend bekende terrein van het eerste Bijbelboek.

Hoe het begon

In Genesis laat God voor het eerst zien wie Hij is.

Hij schept de mens uit aarde en blaast dat zijn eigen levensadem in. Dat is Gods werkwijze. Geen krachtpatserij: gewoon vergankelijk materiaal dat kracht krijgt door Hem.

Daardoor weet Hij dus ook waarvan de mens gemaakt is: nietig, broos en onbetrouwbaar materiaal. Toch vertrouwt Hij hem de keuze tussen onafhankelijkheid en eeuwig leven toe.

De mens kiest voor onafhankelijkheid.

Onafhankelijkheid is namelijk belangrijk in de wereld.

Maar ook bij God, want anders had Hij er heus wel voor gezorgd dat de mens niets te kiezen had gehad. Of dacht je dat God er geen stokje voor had kunnen steken? Onafhankelijkheid of autonomie is in zichzelf ook niet goed of fout. Het is, zoals met zoveel dingen, maar net wat je ermee doet.

Een halve waarheid

Ervoor kiezen om te leven in de schepping, terwijl je aan de Schepper voorbij gaat, is geen goed idee. Maar het kan in eerste instantie best. Ik zie veel mensen daar redelijk wel bij varen. Het gevolg is ontegenzeggelijk dat over alles een schaduw van imperfectie en dood komt te liggen, maar die kun je leren negeren. Dan doet het minder pijn. Sommige mensen slagen daar vrij goed in. Het is hun waarheid, feitelijk een halve waarheid, maar zij kiezen ervoor om daar helemaal in te geloven. En dat mag.

Maar het blijft een halve waarheid, want uiteindelijk kan geen mens voluit leven zonder de levensadem van God.

Ik ook niet.

De geestelijke dood

Zo heb ik heb bijvoorbeeld lang geworsteld met het gevoel dat ik er niet toe doe. En ik weet dat ik daar niet de enige in ben.

Het probleem met dat soort gevoelens is namelijk dat het strikt genomen nog waar is ook. Inderdaad zijn er al ontzettend veel mensen op de aarde en is niemand totaal onmisbaar of onvervangbaar.

Daarom vind ik het verdraaid lastig om dit soort gedachtes succesvol pootje te lichten. En dat voelt vreselijk. Als geestelijk afsterven.

Worldometers.info

Kijk anders voor de grap eens op worldometers.info en zie de realtime stand van de wereldbevolking omhoog schieten. Waarschuwing: doe dit NIET op een dag waarop je toch al niet zo lekker in je vel zit.

Overal zijn wachtlijsten voor, we verdringen elkaar aan elke balie, solliciteren met tientallen of honderdtallen tegelijk naar dezelfde opleiding of baan en sluiten dagelijks achter elkaar aan in de file.

Trouwens ook te zien op worldometers: alleen vandaag al meer dan 4,6 miljoen nieuwe blogs gepubliceerd. Waarom denk ik, verschrikkelijke dwaas, dat iemand nog behoefte heeft aan die van mij?

Het is nog erger: Ik zie het cijfer van de ontbossing per hectare voor mijn ogen oplopen, evenals de tonnen gedumpt afval in de lucht, in het water en op het land, allemaal live te volgen op worldometers. Ondertussen smelten de ijskappen en maken we ruzie over het welles en nietes van de wereldwijde  klimaatveranderingen.

Geen idee hoe ze dit allemaal bijhouden, maar als het maar voor de helft klopt is het al te alarmerend om nog te kunnen slapen. Dit kan ik niet aanzien. Worldometers.info moet uit de lucht en snel!

Logisch om te denken dat het voor de Almachtige op deze schaal absoluut niet uit maakt of ik wel of niet besta en of ik wel of niet een beetje gelukkig ben.

Maar dat past helemaal niet bij wie God is

‘Maar dat past helemaal niet bij wie God is,’ zei een medechristen tegen me.

En, eureka, dat is waar!

Het past misschien wel bij wie ik ben of bij hoe de wereld in elkaar steekt, maar niet bij wie God is. Hij maakt geen nutteloze overbodige mensen waar Hij niet naar omkijkt. Hij heeft dingen beloofd aan mensen, ook aan mij. Hij is een God die zijn beloftes houdt, zelfs als wij dat niet doen. Ook als het lijkt alsof Hij ons helemaal is vergeten.

God die jou wel degelijk ziet

God zag Abel en zijn offer. Dat had Hij net zo goed niet hoeven doen, want was de hele aarde en alles daarop al niet van Hem? Maar God zag Abel, omdat Hij naar het hart van Abel keek en hem lief had.

God zag Noach en zijn familie. Noach was weliswaar een man die volgens de Bijbel wandelde met God, maar hij maakte ook heus wel eens een fout en hij kreeg bovendien nakomelingen die de aarde binnen enkele generaties na de zondvloed opnieuw wisten te verzieken. Maar God zag Noach en hield zich aan zijn belofte hem te zullen sparen.

Toen Abraham de belofte had gekregen dat hij stamvader zou worden van een groot volk in het land Kanaän, zat alle schijn hem tegen. Hij en zijn vrouw bleven kinderloos en werden ouder en ouder. Tenslotte moesten ze het beloofde land zelfs ontvluchten vanwege een hongersnood, jarenlang. Maar de belofte bleef staan en werd uiteindelijk ruimschoots vervuld.

Toen de slavin van de vrouw van Abraham de woestijn in moest vluchten, zag de Heer haar. Hij gaf haar en haar zoon te drinken en hield zich aan de belofte om ook haar kind tot de stamvader van een groot volk te maken, het kind van een afgedankte slavin. Niet ondenkbaar dat ze nog een andere godsdienst aanhing ook. Voor Gods trouw maakte dat echter niet uit.

Ook Jacob kreeg te maken met felle concurrentie. In het droge land ontstond er ruzie over het beschikbare water. Iedere keer als hij een bron ontdekte, werd die van hem afgepakt. Hij bleef doorzetten en vond uiteindelijk een bron die hij wel in handen hield. Zo kreeg hij van God ruimte in een land waar schaarste heerste, omdat God hem zag.

Het komt goed

Vanaf de vervloekte hap uit de verkeerde appel is de Bijbel namelijk één groot verhaal van hoe het weer goed komt, tot aan Openbaringen 22:3.

‘Er zal niets meer zijn waar nog een vloek op rust.’

Ook al lijkt het soms anders, God heeft ons beloofd dat het goed komt, ooit. En Hij houdt zich aan zijn beloftes, hoe dan ook en hoe lang het ook duurt. Ooit zal er niets meer zijn waar nog een vloek op rust, niemand die over het hoofd wordt gezien, en niemand die zich eenzaam of overbodig voelt. Beloofd! 

Sterker nog: het is al goed, want Jezus heeft aan het kruis afgerekend met al onze gebrokenheid en tekortschieten, voor nu en ook voor de toekomst.  

Wij mogen voluit leven in Hem, als we zijn offer erkennen en aanvaarden en onze onafhankelijkheid leren zoeken in Hem. (Zie 1 Joh. 5: 14-15)

En dat is wel de hele waarheid.

Meer lezen? Zie dan ook: Kunnen autisten geloven in God? Samen sta je sterk. Hoe boks jij het voor elkaar? Social media en het jagen naar likes.

Kunst in Rotterdam

Uitzicht op de Erasmusbrug vanuit Villa Zebra
Uitzicht vanuit Villa Zebra

Het is herfstvakantie.

Samen met de goudgele blaadjes, in de kruidige herfstwind en de frisse regen, tussen de kunstig om roestbruine stronken gegroepeerde zwammenfamilies, vergaat mijn energiepeil onder het gehang en geruzie van mijn vrije kinderen.

Om dit proces een feestelijk randje te geven, ging ik afgelopen vrijdagmiddag met de kinderen naar Villa Zebra in Rotterdam om interactieve kunst te ervaren en om ze de kans te geven om zich creatief uit te leven op iets anders dan een schermpje. Het thema van deze periode is: De moestuin. En dat in hartje Rotterdam!

Ik zag de peultjes al in gedachten vanaf de Erasmusbrug naar beneden bungelen.

Interactief genieten van moderne kunst

Boven was er een moderne kunstexpositie voor kinderen. Mensen zonder gezicht die met hun handen op hun knieën roerloos op een stoel zaten en over de lege nepaarde van hun moestuin uitkeken. Een misvormde man met felgekleurde kleren van wie de neus verdween in een appel ter grootte van een skippybal. Schetsen van niet bestaande superinsecten waar zelfs niet bestaand gewas niet aan ontkomt.

Het gaf me allemaal een onbestemd gevoel van geroep in het niets.

Een ordening van in allerlei stadia wortelschietende aardappelen trok nog het meest mijn aandacht. Zo weelderig groenpaars had ik daar nog nooit naar gekeken en ik nam me voor om thuis ook eens een pieper te laten creperen op een schoteltje.

Vlinderpoep

Daarnaast was er hoek vol met bakken met daarin iets wat nog het meest leek op ondersteboven in de aarde gestoken plantjes. Daar waren mijn kinderen mee bezig. Volgens het bordje was het een vlindertuin waarin een kunstenaar vlinderpoep van pas uitgekomen coconnen verzamelde om mee te schilderen.

Er lagen allemaal gele diaglaasjes in een bakje naast een ander bakje met schetspapier en gele potloden, want vlinders zien voornamelijk de kleur geel.

Dat wist ik niet. Ik wil geen vlinder zijn.

Mijn jongste wilde wel een vlinder zijn, want hij is al bijna sinds zijn geboorte geobsedeerd door de kleur geel. Hij pakte alle glaasjes uit de bak en meteen kleurde zijn hele wereld in zijn allerliefste lievelingskleur.

Ik wil ook kijken

‘Nou, ik wil ook kijken,’ zei mijn dochter tegen hem. Ze zei het nog een paar keer, toenemend in sterkte en indringendheid. Mijn zoontje zei niets. Ik probeerde mijn dochter uit te leggen dat ‘Ik wil ook kijken’ niet erg specifiek is en dat het bovendien geen vraag is en dat het dus logisch was dat ze geen antwoord kreeg.

Toen raakte ze afgeleid. Er waren twee begeleidsters bij gekomen en die probeerden mijn oudste op allerlei interessante wetenswaardigheden over moestuinen en insecten te wijzen. Ondertussen deed mijn oudste onophoudelijk hetzelfde bij hen. Er was werkelijk geen speld tussen te krijgen.

Ik vond het een boeiend en levendig tafereel tussen al dat mysterieus zwijgende plantgoed en ik dacht: zal ik het ze proberen uit te leggen? Ik deed het niet.

We liepen door naar de volgende expositie en passeerden daarbij mijn nog altijd geelglazige jongetje. Ergens in zijn hoofd klonk plotseling de vertraagde echo van een vallend kwartje. ‘Hoeveel glaasjes wil je dan?’ vroeg hij.

Een boeiende expositie

Ik zag mijn twee jongsten even later samen geboeid de kunstwereld verkennen, als geelkijkende vlinders, terwijl mijn oudste zoon de begeleiders en nog wat nieuwe bezoekers een college gaf over de volgende expositie opstelling.

Ik keek naar ze en dacht:

De meest bijzondere kunstwerken in deze ruimte

zijn jullie.

Meer lezen? Zie gerelateerde artikelen: Autisme in een notendop, Wel goed kauwen, Writing, praying and fighting

Writing, praying and fighting

De titel van mijn autobiografische manuscript.

‘Easy reading is hard writing’- Ernest Hemingway

En dus, werkgevers aller landen: als jullie ooit in een sollicitatiebrief zien staan dat iemand schrijver is, of zelfs alleen maar aspirant schrijver, gooi dan de rest van het curriculum vitae maar in de shredder. Dat zegt dan namelijk helemaal niets meer over die persoon, niets dat de arbeidshouding van een schrijver nog kan overtreffen.

En als je me niet gelooft, dan moet je het maar horen van een  echte gelauwerde schrijfster:

 ‘..wie na een lange werkdag en het naar bed brengen van de kinderen nog dapper achter zijn bureau gaat zitten, heeft mijn steun, zonder meer.’ – Renate Dorrestein.

Aspirant schrijven is een eenzaam beroep.

Want collega’s heb ik niet om me heen. De wallen onder mijn ogen en mijn soms van cafeïne trillende handen zijn de stille getuigen van al mijn ploeteren, terwijl ik niet eens weet of iemand mijn boek zal willen uitgeven, of zelfs maar lezen.

Het is eigenlijk net zoiets als geloven in God. In het christelijk geloof zeggen we: geloof is het verwachten van de dingen die je niet ziet. Alleen verwacht je het in de kerk gezellig met z’n allen. Schrijven is alleen jij en het papier. Of, iets minder romantisch: jij en je laptop.

Olifantendracht

Oké ik ben wel een beetje een zeikerd, want lang heb ik er niet aan gezeten. De meeste debutanten doen een olifantendracht of langer over hun eerste pennenvrucht. En er drie jaar over doen is ook helemaal niet overdreven.

Bij mij duurde het net zo lang als een menselijke zwangerschap voordat mijn autobiografie Aan mij zie je niets helemaal af was, met lof ontvangen door mijn proeflezers en in totaal 7 keer herschreven.

Dat was in mei, de lichtgroene maand van uitspruitend nieuw leven en baltsende vogeltjes. Onze appelboom stond in volle bloei.

Karaktertest

Wat er na het schrijven komt is de ultieme karaktertest: het grote wachten op antwoord van de uitgevers. Doorgaans duurt dat een halve zwangerschap, maar op schrijversforums is  te lezen dat positieve reacties sneller komen.

Ik zag dat de appelboom zijn bloesem had laten vallen en dat er vruchtjes begonnen te groeien als opzwellende rozebottels. We zouden zo te zien uitzonderlijk veel appels krijgen dit jaar.

Positieve reacties komen sneller

Als je mijn zenuwspanning over de afgelopen maanden en in een grafiek zou uittekenen, dan gaat de rode lijn langzaam omhoog, zakt dan na een maand lichtjes in, om weer steil omhoog te schieten tegen de tijd dat we de vier maanden naderen, mijn ultimatum om nog op een goed bericht te hopen.

Zwaar boog onze appelboom door onder zijn groeiende last.

Daarna volgde er een bloedstollende duikvlucht omlaag en een ter aarde storting in een soort rommelige papierberg, de gevreesde slush pile.

De slush pile?

Ja, die bestaat echt. Als je na zo lang wachten nog niets hebt gehoord, dan ligt je manuscript daar geheid in.

Ik heb het opgezocht: slush is die blubberige troep die er achterblijft op straat als de sneeuw begint te smelten. Slechts 2% van de manuscripten overleeft de langzame verdrinking in die gevreesde stapel ongevraagd toegezonden blubber waar af en toe toch iets moois in ronddrijft.

Oh nee! Mijn pennenkind waar ik biddend en huilend aan heb geschreven tot in de kleinste uurtjes en dat ik 9 maanden lang in mijn hart heb gedragen!

Ik zag dat alle takken van de boom verticaal waren komen te hangen en dat de top was gebroken, maar de appels waren nog niet rijp om te plukken.

En toen?

Toen zag ik dat de blubber waarin ik met mijn manuscript lag, zo diep niet was. Ik krabbelde overeind, veegde het manuscript schoon aan mijn broek en keek eens goed om me heen. Toen zette ik een stap terug op het droge.

Ik pakte mijn laptop en schreef mijn ultimatum aan alle slush piles, want waren ze nou helemaal gek? Twee weken kregen ze nog van me en geen dag langer. Ondertussen onderzocht ik andere mogelijkheden om mijn boek uit te brengen dan alleen via een reguliere uitgever. Want die mogelijkheden zijn er.

Een dag stond ik mezelf toe om een snotdoek vol te huilen met teleurstelling, pijn en tegenzin, want het waren toch weer twee veel te spannende weken die ik mezelf had opgelegd, bovenop alle spanning die er toch al is in ons gezin.

Daarna smeet ik de snotlap terzijde en prees ik mezelf om deze dappere en authentieke stap in de richting van wie ik als schrijver wil zijn.

Ruim twee weken later…

Heb ik toch maar de telefoon gepakt om die andere uitgevers eens persoonlijk te vragen wat ze er nu zelf van vinden. Anders blijft dat ook maar rondhangen in mijn hoofd.

Een uitgever bleek mijn manuscript gewoon kwijt te zijn. Ja echt waar! Hij is denk ik in een voor onze planeet onbekende extra dimensie getrokken, ergens waar wij aardlingen er niet meer bij kunnen. Dat is vooralsnog de meest voor de hand liggende verklaring.

En dan is er nog een uitgever die het manuscript nog helemaal niet had gelezen, maar die me een paar dagen na mijn telefoontje alsnog zo’n persoonlijk en enthousiaste reactie mailde, dat ik eerst een paar rondjes door de huiskamer moest springen voor ik kon lezen wat er verder nog stond:

als we een mooi manuscript krijgen, zullen er twee mensen een positief oordeel moeten vellen of het bij onze uitgeverij past. Ik heb het dus vast doorgestuurd naar die ander, maar kan je niet beloven op welke termijn we een definitieve beslissing kunnen nemen.

De appels zijn rijp, maar ik kan ze nog niet plukken. De appeltaartmix staat al wel klaar in de kast.

Easy reading is hard writing, praying and fighting.

Nog meer lezen? Zie dan deze gerelateerde artikelen: Boeken , ultrakorte verhalen, microkort, korte verhalen, Hoe boks jij het voor elkaar?, Social Media en het jagen naar likes,.