Ik hield nooit van knotwilgen
Ik houd ervan om de natuur z’n gang te laten gaan en droom van dingen waar de mens nog niet met zijn tengels aan heeft gezeten. Deze bomen symboliseren voor mij precies het tegenovergestelde van dat. Steeds als ze zich enthousiast uitstrekken is het de mens teveel en worden ze beknot. Omdat er niet genoeg ruimte is of omdat ze uitsteken in het keurige rijtje van allemaal dezelfde bomen of omdat ze niet voldoen aan een bepaald landschappelijk ideaal.
Net als autisme
Zo dacht ik eerst ook over autisme, toen ik nog niet wist wat dat was. Sommige dingen van autisme zijn hinderlijk en lastig te begrijpen voor andere mensen. Als je autisme hebt, kun je daarom eigenlijk nooit helemaal jezelf zijn, zonder dat andere mensen daar wat van vinden en willen dat je je aanpast. Je moet kiezen: of je doet mee met de rest en raakt daardoor steeds weer uitgeput, of je blijft voor altijd een outsider. De meesten doen iets ertussenin, een levensglas vol met afgeroomde autistische zuivel. Of ze doen aan slalom-autisme: ze passen zich soms aan en soms niet.
Ik weet niet zeker tot welke groep ik behoor. Ik denk dat ik een milkshake ben: niet afgeroomd, maar wel flink geschud en bovendien op smaak gebracht door het leven.
Via de milkshake terug naar de knotwilg
Van de knotwilg hield ik dus niet zo, maar in de loop van de tijd ben ik deze boom meer en meer gaan waarderen. Hij loopt namelijk ieder voorjaar prachtig uit en dan komen er allemaal vogels in buurten, die je in heel hoge en volle bomen veel moeilijker kunt zien. Ik ben ook gaan waarderen hoe deze sterke bomen als enigen de elementen lijken te doorstaan in open landschap, in bermen en langs sloten. Ik zie hoe mooi ze daar passen, hoe ze met hun wortels de grond bij elkaar houden en hoe ze de ene weide verbinden met de andere, zodat verschillende dieren elkaar makkelijker kunnen vinden.
Maar waarom worden ze eigenlijk geknot?
Wie zoekt die vindt en ik vond mijn antwoord op het bijna-alwetende google:
Knotwilgen zijn gewone wilgen, die zonder knotten onder hun eigen gewicht zouden scheuren. Dat klopt, want ik heb dat al heel vaak gezien na een storm, zo’n oerwilg die voor de helft ter water was gezegen en vervolgens omgezaagd werd. Met recht een treurwilg.
Zo is het met autisme ook, zo associeerde mijn brein langs talloze zenuwbanen en ongeknotte hersengebieden.
Mensen met autisme zijn heel gewone mensen. En wij hoeven dus ook niet geknot te worden, omdat we onszelf niet zouden mogen zijn, maar om te worden wie we wèl zijn. Om gezond te blijven, moeten we onszelf namelijk beschermen door onszelf niet te overvragen. Als we ons leven net zo zouden inrichten als de meeste niet-autistische mensen zouden we bezwijken onder de overload aan informatie en stress, want ons brein verwerkt nu eenmaal veel meer details. Dat is geen afwijking, dat is gewoon een andere manier van informatie verwerken, met voor en nadelen. Al die informatie komt keihard en ongefilterd binnen en daar moeten we dus af en toe in snoeien.
Omdat wij anders zijn en liever wat minder prikkels tegelijk te verwerken krijgen, gedijen velen van ons niet goed in een groot en druk bos met allemaal hoge bomen die elkaar beschutting bieden, maar die ook met elkaar moeten concurreren om voldoende licht op te vangen.
De eenzame knotwilg
Het lijkt een eenzaam lot, gedoemd te zijn tot een leven buiten het gezellige sociale bos, in een verstild landschap waar de elementen vrij spel hebben. Maar ik ontdekte nog iets anders, iets van een poëtische en huiveringwekkende schoonheid. Iets wat alleen maar bedacht kan zijn door onze Schepper:
Doordat de wilg niet helemaal geknot wordt, maar er nog een paar centimeter van zijn takken blijft staan, kan het hemelwater daartussen blijven staan en op zijn stam inwerken. Die begint daardoor te rotten. Het lijkt alsof de boom daarmee verloren gaat, maar dat is niet zo; juist niet! De boom krijgt door dat proces ruimte vanbinnen en daarin vinden allerlei dieren bescherming. De boom gaat er niet dood van en groeit en bloeit gewoon door. Hij wordt er zelfs nog sterker en mooier van.
Net als die geknotte wilg, voelt autisme soms eenzaam en beperkt, maar autisme kan ook waardevolle en mooie eigenschappen meebrengen. Juist doordat mensen met autisme anders waarnemen en doordat velen van hen aan het leven geleden hebben, hebben ze vaak veel ruimte en warmte in hun hart voor wie ook anders is. Ze kunnen goed luisteren en slaan een brug tussen culturen en generaties, tussen het ene en het andere bos.
Het is voorjaar en ik zie de knotwilgen alweer groen worden. Ik kan niet wachten tot ze uitlopen!
‘Al heb je een geloof zo klein als een mosterdzaadje, het groeit uit tot de grootste onder de planten. Al lijkt het nietig en grauw, het wordt een groene struik en de mooiste vogels komen nestelen in zijn takken.’ – naar Matt. 13:32
Meer lezen? Kijk dan gerust verder op deze site. Ik heb ook een autobiografie geschreven, die afgelopen september is uitgekomen. ‘Aan mij zie je niets’