Wat flamingo’s en autisten met elkaar hebben

Sinds ruim een week hebben we nieuwe achterburen…

Afgelopen zondag ben ik met mijn gezin wezen kijken naar iets ongewoons. Er waren namelijk enkele vreemde vogels neergestreken bij ons in de polder.

Maar…hoezo vreemd? Wat zullen die flamingo’s zelf eigenlijk gedacht hebben toen al die mensen aan de kant hun vervaarlijk uitziende verrekijkers en camera’s op hen stonden te richten? Ik maakte zowel foto’s van de roodroze vogels als van de mensenmassa. Die hoorde in dit landschap immers net zo goed niet thuis.

Mijn zoontje trok aan mijn jas: ‘Mama, ik wil nu bij de andere dieren gaan kijken.’

Wat is eigenlijk ‘normaal’?

Exotische dieren en samendrommende mensen. Mijn zoontje dacht dat we in een dierentuin waren vanwege deze twee elementen die we normaal gesproken niet zien als we door een landschap als dit fietsen. Heel logisch gedacht. Het zette me aan het filosoferen: zou hierin soms de alles verklarende definitie van ‘normaal’ schuil gaan? Zit het abnormale misschien niet in het ding zelf maar in de vraag of het in de omgeving past?

En wat als deze flamingo’s voortaan elk jaar en in steeds grotere getale komen overwinteren op deze plek? Raken ze dan op den duur vreemde vogel af en worden ze dan uiteindelijk alsnog ‘normaal’ gevonden? Ik keek naar de flamingo’s. Ze schoffelden tevreden rond in de blubber en leken zich nu al uitstekend op hun gemak te voelen.

Doe normaal!

Eerlijk gezegd haat ik het woord ‘normaal’. Het is lelijk en nietszeggend en verwijst alleen maar naar zichzelf en verder nergens naar. Toch wordt het heel vaak gebruikt, al was het maar in het belerende ‘Doe normaal’. 

Als iemand dat zegt reageer ik meestal maar niet. En anders zeg ik: ‘ Dat is goed. Doe eens voor?’ Stiekem hoop ik dan dat ze dat echt gaan doen. Kan ik ook eens lachen.

De ethiek van het normaal doen

Ik heb het opgezocht in mijn lievelingshandleiding van het leven. Ik typte het woord ‘normaal’ in op mijn app van het NBG en wat blijkt? Het woord ‘normaal’ wordt in de Bijbel slechts drie keer gevonden en wel in Marcus 7:35, in Leviticus 15:25 en in Makkabeeën 3:19. En lees het maar na: in geen van die passages bevat de dringende aanbeveling om je toch vooral aan te passen aan de ‘norm’, wat die ook moge wezen.

Sterker nog: In 2 Samuel 6 wordt omschreven hoe koning David publiekelijk danst en springt voor de Heer, halfnaakt, maar gelukkig nog wel met een lap om zijn middel. Dat moet best een apart gezicht zijn geweest, zeker voor iemand van stand. Zijn vrouw Michal vertelt hem minachtend hoe bespottelijk ze zijn gedrag vindt, maar de Heer straft haar daarvoor. Het lijkt er dus sterk op dat ook onze Heer allergisch is voor het kwetsen van de onbaatzuchtige spontaniteit van mensen door ze te verwijten dat ze niet ‘normaal’ doen.

Gelukkig maar, want je wilt  toch ook niet constant moeten leven als een kameleon die levend opgevreten wordt, zodra hij niet meer naadloos mee kleurt met zijn omgeving?

Kameleons zijn trouwens schitterende beesten, net als flamingo’s. 

Iedereen is bijzonder

Mensen zijn of doen niet normaal of abnormaal. Daarvoor zijn ze te complex. Ze lijken op elkaar en ze zijn toch allemaal verschillend. Dat geldt voor mensen met autisme, maar ook voor alle andere mensen. Ik stel daarom voor om het woord ‘normaal’ als predicaat voor menselijke karaktertrekken of voor menselijk gedrag af te schaffen.

Anders zijn

Het tegenovergestelde van hetzelfde is anders. ‘Anders’ is een niet stigmatiserend woord om aan te geven dat iets je opvalt. Er zit verschil tussen jou en mij: we zijn allebei anders. Laten we dat woord voortaan gebruiken als we willen aangeven dat iets verschillend is van hetgeen we verwachten: ‘anders’

Anders zijn in een groep kan betekenen dat het moeilijker is om je aan te passen, omdat de omgeving niet op jouw behoeftes is ingericht, maar wel op die van de meerderheid. Anders zijn kan ook betekenen dat je minder makkelijk aansluiting vindt, omdat het voor jou en die andere mensen over en weer meer moeite kost om elkaar te kunnen peilen.

Iedereen voelt zich wel eens anders, maar mensen met autisme veel vaker. Ik sprak laatst een vader van een tienerzoon met autisme. Hij vertelde dat er volgens hem prima te leven is met autisme, maar dat het missen van sociale aansluiting door zijn zoon hem toch steeds weer aan het hart gaat.

Wat flamingo’s en autisten met elkaar gemeen hebben.

  • Flamingo’s zijn niet abnormaal wanneer ze ergens in een koude sloot rondlopen, in plaats van in een dierentuin.
  • Mensen zijn niet abnormaal zodra ze uit hun natuurlijke comfortzone stappen.
  • Autisme is niet abnormaal, het is geen afwijking en het is geen ziekte. Het is een andere informatieverwerking dan de meeste mensen hebben en soms merken andere mensen daar iets van.
  • Mensen die anders zijn, voelen zich meer op hun gemak, functioneren beter en voelen zich minder uitheems wanneer ze zich erkend, gewaardeerd en welkom mogen weten.

Probeer elkaar en jezelf eens te zien als kleurrijke en welkome variaties, zoals prachtige flamingo’s in een grijze polderplas. Dan kunnen we straks allemaal op ons gemak foerageren voor de telelens van onze medemens zonder onszelf steeds af te vragen of we niet te anders zijn.

Tip: schrijf je in op deze website en je krijgt voortaan automatisch bericht als ik weer iets nieuws heb geplaatst.

Delen, liken en reageren worden zeer gewaardeerd! Je kunt me ook een persoonlijk mailtje sturen als je niet wilt dat iedereen je reactie kan lezen.

Overprikkeling…?

Een kindervoet op een bos cactussen

In  autistisch vakjargon is overprikkeling een vanzelfsprekend begrip, maar eigenlijk is het maar een gek woord. Als ik mijn ogen sluit, denk ik aan blote voeten en een cactus. En als ik het intyp op de computer, verschijnt er meteen een rood bibberlijntje in mijn scherm.

Toch bestaat het echt. En het komt nog best vaak voor ook.

Wat is het?

Een prikkel is informatie die binnenkomt via onze zintuigen, via onze gedachten of via processen in ons eigen lichaam. Overprikkeling ontstaat wanneer er meer prikkels binnenkomen dan de hersenen kunnen verwerken. Het brein raakt daardoor overbelast.

Bij mensen met autisme komt overprikkeling vrij vaak voor. Andere mensen sluiten irrelevante informatie min of meer automatisch uit, maar bij autistische mensen werkt dat filter niet goed. Alle prikkels komen binnen en worden ook nog eens verwerkt op een manier die meer tijd en moeite kost dan bij andere mensen. Autistische hersenen raken daardoor eerder overbelast.

Overprikkeling  geeft een akelig onmachtig rotgevoel. Het is voor iedereen weer anders, maar voor mij is het alsof mijn hoofd vol zit met ontsnapte vogels. Ik voel me duizelig en zwaar en zit vol met stress. Nadenken gaat moeizaam en gedachtes herhalen zich steeds, alsof er een lus in mijn hersenen zit die steeds vast draait. Ik heb het gevoel dat er niets meer bij kan. Tegelijkertijd lijkt alles juist nog veel harder binnen te komen dan anders.

De energiezuinige modus

Als de batterij van mijn telefoon bijna leeg is, krijg ik een melding: uw toestel schakelt nu over op de energiezuinige modus. Mijn scherm wordt donker en minder belangrijke applicaties worden inactief. Dat lijkt wel een beetje op hoe het bij mij soms gaat als ik overprikkeld raak.

Over het algemeen vallen mijn sociale apps het eerst weg, zoals mensen aankijken en er de juiste bek bij trekken. Ook merk ik dat er dingen minder goed gaan. Ik neem bijvoorbeeld veel vaker verkeerde afslagen onderweg, omdat de informatie van de bewegwijzering en de gps niet meer goed tot me doordringt en ik nog maar weinig herken. Ook vergeet ik van alles. Ik haal de kinderen te laat van school, vergeet iemands verjaardag en laat heel gastvrij de sleutels de hele nacht in de auto liggen…

Nogmaals, het is voor iedereen weer anders. Er zijn mensen met autisme die weinig last hebben van overprikkeling en er zijn er die zich er ernstig door beperkt voelen. Ik zit denk ik ergens links van het midden op die schaal, aan de wat mildere kant. En dat vind ik al pittig genoeg.

Eigenlijk lijk je bij overprikkeling meer autistisch dan anders. Ik denk dat dit komt doordat je dan je handen al vol hebt aan al die rondvliegende prikkels, waardoor het gewoon teveel moeite kost om je ook nog eens bezig te houden met het compenseren en camoufleren van je autisme. Zo ervaar ik dat.

De emmer loopt over

Als het niet lukt om te ontladen, kunnen de stoppen bij iemand doorslaan. Alles in iemand is er dan op gericht om de prikkelstroom ONMIDDELLIJK te stoppen. Dat kan eruit zien als een heftige driftbui, maar het kan ook zijn dat iemand vooral weg wil vluchten uit de situatie of dat iemand verstijft en niet meer in staat is om te reageren. Er kan een huilbui volgen en soms is iemand daarna helemaal op…en kapot van schaamte.

Kinderen hebben vaker dit soort reacties, maar het kan volwassen mensen ook gebeuren. Je kunt gelukkig leren om ontploffingen beter te zien aankomen, zodat je ze voor kunt zijn en in mildere banen kunt leiden. Sommige mensen gaan even naar buiten. Anderen gaan sporten of muziek maken of schrijven alles van zich af. Keihard in een kussen slaan kan helpen, maar oud karton plat stampen is ook een goed idee. Kan het daarna mooi meteen de papiercontainer in.

Het kan op zo’n heel moeilijk moment helpen om gewoon te zeggen wat je dwars zit, als dat lukt. Maar dan moet je wel heel zeker weten dat die ander daar op dat moment begrip voor heeft, want anders…KNAL!

Het kan iedereen overkomen

Overprikkeling is niet alleen maar typisch iets voor mensen met autisme.

Iederéén heeft zijn eigen grenzen in wat hij of zij aankan. En iedereen is hierin ook wel eens wat kwetsbaarder dan anders. Denk aan een paar nachten overslaan, stress thuis of op het werk, ziekte…etc.

Ieder mens heeft weleens teveel gehad, maar voor sommige mensen is het voorkomen van overprikkeling iets waar ze dagelijks mee bezig zijn. Dat kan gelden voor iemand met autisme, maar bijvoorbeeld ook voor mensen met hersenletsel of ADHD. Ook mensen die gewoon gevoeliger zijn dan andere mensen kunnen moeite hebben om een levensstijl te vinden die hen past.

Ik denk niet dat overprikkeling 100% te voorkomen is, want je hebt nu eenmaal niet op alle omstandigheden invloed. Maar je kunt er wel paal en perk aan stellen door te zorgen voor voldoende gelegenheid om op te laden. Zelf vind ik dat nog een hele kunst, want dat betekent dat je vooruit moet denken en pauzes moet inplannen. Soms vind ik het moeilijk om te verantwoorden dat ik rust nodig heb, naar mezelf en naar anderen toe. Dan trap ik pas op de rem als het eigenlijk al te laat is. Dat is natuurlijk niet de schuld van een ander. Dat doe ik mezelf aan.

Over je top

Ik werd onlangs wakker geschud door een reactie van iemand op een vorig blogartikel van mij (en ik ga lekker niet zeggen welke):

Dit is echt over de top! Al die zijwegen en beeldspraak: pure in woorden gegoten overprikkeling. Too much, too much! En er dan nog geestig over proberen te doen ook. Je hebt autisme: doe eens lief voor jezelf!

De waarheid kan hard aankomen. Ik heb erom gehuild.

Maar eigenlijk had die persoon gewoon gelijk. Ik was echt behoorlijk overprikkeld toen ik dat blogartikel schreef. En het is inderdaad niet gezond om de buitenwereld daar een comfortabel gevoel over te willen geven. Je mag best toegeven dat het gewoon even minder goed met je gaat. Je hoeft niet over je top te gaan.

Overprikkeling als waarschuwing

Overprikkeling kun je denk ik maar het beste zien als gratis stressthermometer met alarm. Als dat afgaat zegt het: ‘Too much, too much, wees lief voor jezelf!’

Het is niet erg als het alarm afgaat, want overprikkeling is weliswaar vervelend, maar het gaat ook wel weer over. Als je af en toe een beetje overprikkeld durft te raken, kun je leren om je grenzen te verleggen.

WEL erg is het, als je jouw interne stressthermometer structureel negeert omdat je denkt dat je alleen dan waardevol bent, want dan pleeg je roofbouw en wordt de overprikkeling erger. Dit klinkt misschien belerend, maar ik zeg het dan ook net zo goed tegen mezelf.

Eerlijk is eerlijk…

Ik vind het nog steeds moeilijk om hier goed mee om te gaan.

Maar gelukkig weet ik ook dat ik het niet helemaal zelf hoef te doen. Er is Iemand die mijn last samen met mij wil dragen en die me wil afhelpen van alle onnodige ballast.

Jezus zegt:

‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’ Matteüs 11:28-29 NBV

Nieuw voor oud

srcabble koekvormpjes met de woorden oud en nieuw
Het oude is voorbij; tijd voor iets nieuws!

‘Waarom moeten we nu alweer ergens heen? Eerst twee keer achter elkaar kerst, een verjaardag en nu weer dit. Wat is nieuwjaarsdag trouwens voor een feest?’

Dit is in vraagvorm  weergegeven tegenzin van mijn oudste zoon. Dat doet hij wel vaker.

Ik weet uit ervaring:

  1. dat hij niet bedoelt dat hij zijn opa’s en oma’s niet wil zien, maar dat hij het vervelend vindt dat zijn routine nu alwéér wordt doorbroken. Daarom ga ik niet zitten smeren met hoe lief opa en oma altijd voor hem zijn en dus dit en dat en bla bla bla en zo.
  2. dat de laatste vraag, die met ‘trouwens’ erin, voortkomt uit oprechte interesse. Hier ga ik dus wèl op in.

‘Wat is nieuwjaarsdag trouwens voor een feest?’

Ik weet het ook niet en vind het een goede vraag, dus zoek ik het op met mijn telefoon. Zoonlief kijkt mee. Ondertussen geeft hij onophoudelijk uitleg over bijzondere culturele uitingen van andere volkeren en stelt hij me quizvragen om te checken of ik wel zit op te letten. Heel interessant allemaal. Vooral dat ze in sommige stammen de vinger van een geliefde mee begraven met de overledene. Of dat ze de as van de crematie later opdienen in de soep voor de genodigden. Ik zoek rustig door, maar de volgende keer als ik naar een ver land reis, zal ik eerst uitgebreid vooronderzoek doen voor ik me ergens aan waag.

Ik zoek eerst op ‘zonnewendefeest’. Daar blijkt ons oud & nieuw niet veel mee van doen te hebben. Vreemd, want ik dacht altijd van wel. Het blijkt erger te zijn: het zonnewendefeest is volledig opgegaan in Kerst, met boomaanbidding, magische kransen en overige heidense symboliek en al, tot aan de midwinterhoorn aan toe. Mijn zoon is er uitzinnig over en ik denk: hoezo christelijk feest?

De langste nacht

Hoewel het zonnewendefeest ooit opging in Kerst,  is de echte zonnewende niet op 24, maar op 21 december, want dan is de langste nacht en vanaf dan komt dus langzaam het voorjaar weer terug. De zonnewende heeft zelf niets met religie te maken, maar is gewoon een bepaalde stand van de zon ten opzichte van de aarde, net zoals de maan verschijnt in de nacht en de zon opkomt als het ochtend is.

Voorstel tot traditiewijziging

Waarom draaien we het dan niet gewoon om en vieren we Oud & Nieuw op 24 en 25 december en Kerst op 31 december en 1 januari? Dan dopen we ‘Oudejaarsavond’, die dan dus op zonnewende op 21 december plaats vindt, om tot ‘Feest van de langste nacht’ en dan vieren we met Kerst dat we een nieuw jaar van de Heer krijgen, een nieuw begin met de komst van Christus. Het sluit ook meteen beter aan bij onze jaartelling die per slot van rekening ook gekoppeld is aan de geboorte van onze Heiland: ‘na Christus’.

Ja, ik weet dat Christus niet echt geboren is op 1 januari, maar ook niet op 25 december, dus…

En dan kunnen we ook meteen de waanzin van het consumentenvuurwerk geheel verbieden…

Oeps wat zeg ik nu???

Nee, dat zal wel niet gaan…als er na zoveel vernielingen, woningbranden, meer dan 60 uitgebrande auto’s in één en dezelfde stad, ontelbare gewonden, mensen voor de rest van hun leven verminkt, met vuurwerk bekogelde hulpverleners en op afschuwelijke wijze omgekomen burgers, nog steeds mensen zijn die het acceptabel vinden dat er in het hele land oorlogje wordt gespeeld met echte explosieven, ook door kinderen…

2 januari

Nu ik verder schrijf, op 2 januari, de dag na de familiebezoeken met de beste wensen en de eerste horror beelden op televisie, beleef ik mijn eerste echte dag van het nieuwe jaar, lekker alleen thuis, want de kinderen mogen een dagje bij opa en oma. Eindelijk even de kans om tot mezelf te komen: mijn persoonlijke zonnewende is een feit.

Eerst heb ik uitgeslapen. Dat was hard nodig, niet alleen vanwege de festiviteiten, maar ook doordat mijn man al een paar dagen verkouden is. Ik kan echt NIET tegen verkoudheidsgeluiden. Zelfs van slikgeluiden word ik al wakker. Daar helpen oordoppen tegen, maar die helpen niet tegen zwaarder geschut zoals snotteren, snurken en hoesten. Ik hoor echt ALLES, keihard!

Mijn man is een schat. En praktisch ingesteld. Hij stelde voor om het slaapprobleem op te lossen met een bed-ruil: onze dochter bij mij en manlief op zolder met zijn onzichtbare zeehond. Kon ik even bijtanken.

Van kaft tot kaft

En nu, uitgerust en vrij, besluit ik om mijn Bijbelstudie weer op te pakken, je weet wel: mijn project om de Bijbel van kaft tot kaft te lezen. Dat is juist nu absoluut noodzakelijk in alle chaos, onheil en pure slechtheid die zich de afgelopen dagen heeft afgespeeld en die me ook vandaag nog elk moment wordt opgediend via mijn telefoon.

Het maakt niet eens uit wat ik in mijn Bijbel lees, zo lijkt het wel, als ik maar lees en mijmer. Ik maak er mijn hoofd mee leeg en dan kan ik dingen weer enigszins in verhouding zien.

Inmiddels heb ik I Kronieken net uit.

I Kronieken

Eerlijk gezegd had ik vandaag  juist in dit boek géén zin. Beide boeken Kronieken herhalen grotendeels de informatie van de boeken Koningen, die ik vlak voor de kerst al  net achter de kiezen had. En verder alleen maar opsommingen, lijsten, namen, pfff. Maar ik ben mijn voornemen trouw, dus.

En dan blijkt het uiteindelijk toch de moeite waard. Mijn Jongerenbijbel vermeldt namelijk dat I Kronieken 25 het lievelingshoofdstuk van één van lievelingscomponisten was: Johann Sebastian Bach.

Hé, dat wist ik niet!

Van alle Bijbelteksten was ik er nooit op gekomen dat de briljante componist van de Matthaüs Passion uitgerekend voor dit hoofdstuk zou kiezen. Het bevat namelijk helemaal geen verhaal, geen spreuk, geen levensles…

Of toch wel? Johann was toch niet gek?

Al lezend kom ik bij vers 8 en dan snap ik het:

‘De zangers werden door loting in wisseldienst ingedeeld, zonder onderscheid te maken tussen oud en jong, volleerde zangers en leerlingen.’

Wat een prachtige gedachte om 2020 mee te beginnen!

Vaak voel ik me ingehaald door jonge veelbelovende musici of door collega’s die gewoon een beter netwerk en een overtuigender CV hebben dan ik. Of ik heb misschien gewoon te weinig geduld, dat zou natuurlijk ook kunnen.

Hoe dan ook, ik zoek me suf naar vacatures en audities voor fluit bij orkesten, ensembles, christelijke koren etc. Ik had veel beter piano kunnen gaan spelen of viool, zo lijkt het. En met schrijven is het niet zo heel anders. Ik had bijvoorbeeld beter een minimal lifestyle blog kunnen hebben of een rauwvoedseldieetboek kunnen gaan schrijven..lekker jong fotootje van tien jaar terug erbij…

Maar hippe frisheid, het juiste diploma en een goed CV zonder gat, kink of kloof, dat heb je alleen maar nodig om mensen te overtuigen. God kent jouw talent en kundigheid ook al zonder dat je jezelf hoeft te bewijzen. Van God mag jij dicht bij jezelf blijven, bij wat jij kunt en waar jouw hart sneller van gaat kloppen.

Hij kent onze gedachten en de wensen van ons hart en hij zal iedereen op de juiste tijd inloten op precies de goede plek, wat die plek ook zal zijn.

Het wordt niet minder, het wordt beter, ook al lijkt het met de wereld steeds slechter te gaan. We krijgen nieuw voor oud, niet andersom. II Cor.5:17

En hoe is jouw begin van het nieuwe jaar?

Meer lezen? Zie dan ook: Goede voornemens, zinvol? Kerstmuziek, De toekomst belooft wat