Overprikkeling…?

Een kindervoet op een bos cactussen

In  autistisch vakjargon is overprikkeling een vanzelfsprekend begrip, maar eigenlijk is het maar een gek woord. Als ik mijn ogen sluit, denk ik aan blote voeten en een cactus. En als ik het intyp op de computer, verschijnt er meteen een rood bibberlijntje in mijn scherm.

Toch bestaat het echt. En het komt nog best vaak voor ook.

Wat is het?

Een prikkel is informatie die binnenkomt via onze zintuigen, via onze gedachten of via processen in ons eigen lichaam. Overprikkeling ontstaat wanneer er meer prikkels binnenkomen dan de hersenen kunnen verwerken. Het brein raakt daardoor overbelast.

Bij mensen met autisme komt overprikkeling vrij vaak voor. Andere mensen sluiten irrelevante informatie min of meer automatisch uit, maar bij autistische mensen werkt dat filter niet goed. Alle prikkels komen binnen en worden ook nog eens verwerkt op een manier die meer tijd en moeite kost dan bij andere mensen. Autistische hersenen raken daardoor eerder overbelast.

Overprikkeling  geeft een akelig onmachtig rotgevoel. Het is voor iedereen weer anders, maar voor mij is het alsof mijn hoofd vol zit met ontsnapte vogels. Ik voel me duizelig en zwaar en zit vol met stress. Nadenken gaat moeizaam en gedachtes herhalen zich steeds, alsof er een lus in mijn hersenen zit die steeds vast draait. Ik heb het gevoel dat er niets meer bij kan. Tegelijkertijd lijkt alles juist nog veel harder binnen te komen dan anders.

De energiezuinige modus

Als de batterij van mijn telefoon bijna leeg is, krijg ik een melding: uw toestel schakelt nu over op de energiezuinige modus. Mijn scherm wordt donker en minder belangrijke applicaties worden inactief. Dat lijkt wel een beetje op hoe het bij mij soms gaat als ik overprikkeld raak.

Over het algemeen vallen mijn sociale apps het eerst weg, zoals mensen aankijken en er de juiste bek bij trekken. Ook merk ik dat er dingen minder goed gaan. Ik neem bijvoorbeeld veel vaker verkeerde afslagen onderweg, omdat de informatie van de bewegwijzering en de gps niet meer goed tot me doordringt en ik nog maar weinig herken. Ook vergeet ik van alles. Ik haal de kinderen te laat van school, vergeet iemands verjaardag en laat heel gastvrij de sleutels de hele nacht in de auto liggen…

Nogmaals, het is voor iedereen weer anders. Er zijn mensen met autisme die weinig last hebben van overprikkeling en er zijn er die zich er ernstig door beperkt voelen. Ik zit denk ik ergens links van het midden op die schaal, aan de wat mildere kant. En dat vind ik al pittig genoeg.

Eigenlijk lijk je bij overprikkeling meer autistisch dan anders. Ik denk dat dit komt doordat je dan je handen al vol hebt aan al die rondvliegende prikkels, waardoor het gewoon teveel moeite kost om je ook nog eens bezig te houden met het compenseren en camoufleren van je autisme. Zo ervaar ik dat.

De emmer loopt over

Als het niet lukt om te ontladen, kunnen de stoppen bij iemand doorslaan. Alles in iemand is er dan op gericht om de prikkelstroom ONMIDDELLIJK te stoppen. Dat kan eruit zien als een heftige driftbui, maar het kan ook zijn dat iemand vooral weg wil vluchten uit de situatie of dat iemand verstijft en niet meer in staat is om te reageren. Er kan een huilbui volgen en soms is iemand daarna helemaal op…en kapot van schaamte.

Kinderen hebben vaker dit soort reacties, maar het kan volwassen mensen ook gebeuren. Je kunt gelukkig leren om ontploffingen beter te zien aankomen, zodat je ze voor kunt zijn en in mildere banen kunt leiden. Sommige mensen gaan even naar buiten. Anderen gaan sporten of muziek maken of schrijven alles van zich af. Keihard in een kussen slaan kan helpen, maar oud karton plat stampen is ook een goed idee. Kan het daarna mooi meteen de papiercontainer in.

Het kan op zo’n heel moeilijk moment helpen om gewoon te zeggen wat je dwars zit, als dat lukt. Maar dan moet je wel heel zeker weten dat die ander daar op dat moment begrip voor heeft, want anders…KNAL!

Het kan iedereen overkomen

Overprikkeling is niet alleen maar typisch iets voor mensen met autisme.

Iederéén heeft zijn eigen grenzen in wat hij of zij aankan. En iedereen is hierin ook wel eens wat kwetsbaarder dan anders. Denk aan een paar nachten overslaan, stress thuis of op het werk, ziekte…etc.

Ieder mens heeft weleens teveel gehad, maar voor sommige mensen is het voorkomen van overprikkeling iets waar ze dagelijks mee bezig zijn. Dat kan gelden voor iemand met autisme, maar bijvoorbeeld ook voor mensen met hersenletsel of ADHD. Ook mensen die gewoon gevoeliger zijn dan andere mensen kunnen moeite hebben om een levensstijl te vinden die hen past.

Ik denk niet dat overprikkeling 100% te voorkomen is, want je hebt nu eenmaal niet op alle omstandigheden invloed. Maar je kunt er wel paal en perk aan stellen door te zorgen voor voldoende gelegenheid om op te laden. Zelf vind ik dat nog een hele kunst, want dat betekent dat je vooruit moet denken en pauzes moet inplannen. Soms vind ik het moeilijk om te verantwoorden dat ik rust nodig heb, naar mezelf en naar anderen toe. Dan trap ik pas op de rem als het eigenlijk al te laat is. Dat is natuurlijk niet de schuld van een ander. Dat doe ik mezelf aan.

Over je top

Ik werd onlangs wakker geschud door een reactie van iemand op een vorig blogartikel van mij (en ik ga lekker niet zeggen welke):

Dit is echt over de top! Al die zijwegen en beeldspraak: pure in woorden gegoten overprikkeling. Too much, too much! En er dan nog geestig over proberen te doen ook. Je hebt autisme: doe eens lief voor jezelf!

De waarheid kan hard aankomen. Ik heb erom gehuild.

Maar eigenlijk had die persoon gewoon gelijk. Ik was echt behoorlijk overprikkeld toen ik dat blogartikel schreef. En het is inderdaad niet gezond om de buitenwereld daar een comfortabel gevoel over te willen geven. Je mag best toegeven dat het gewoon even minder goed met je gaat. Je hoeft niet over je top te gaan.

Overprikkeling als waarschuwing

Overprikkeling kun je denk ik maar het beste zien als gratis stressthermometer met alarm. Als dat afgaat zegt het: ‘Too much, too much, wees lief voor jezelf!’

Het is niet erg als het alarm afgaat, want overprikkeling is weliswaar vervelend, maar het gaat ook wel weer over. Als je af en toe een beetje overprikkeld durft te raken, kun je leren om je grenzen te verleggen.

WEL erg is het, als je jouw interne stressthermometer structureel negeert omdat je denkt dat je alleen dan waardevol bent, want dan pleeg je roofbouw en wordt de overprikkeling erger. Dit klinkt misschien belerend, maar ik zeg het dan ook net zo goed tegen mezelf.

Eerlijk is eerlijk…

Ik vind het nog steeds moeilijk om hier goed mee om te gaan.

Maar gelukkig weet ik ook dat ik het niet helemaal zelf hoef te doen. Er is Iemand die mijn last samen met mij wil dragen en die me wil afhelpen van alle onnodige ballast.

Jezus zegt:

‘Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’ Matteüs 11:28-29 NBV

De kerstvakantie voorbij

Schrijfboekjes
Tijd…voor schrijven bijvoorbeeld!

Na twee weken stuurloos vermaak, geeft het schoolgareel weer richting aan de dagen.

En daar meenden de kindertjes op maandagochtend vroeg hun tegenstem op te mogen uitbrengen. Vooral de jongste was expressief in het in geluidsgolven omzetten van zijn ochtendhumeur en jammerde als een kapotte viool. En dat hij trouwens sinds kort heel prima zichzelf kan aankleden was hij helemaal kwijt. Ik snapte hem wel, deed mijn oordoppen in en dacht: het geeft niet liefje, we geven jouw week wel een extra zetje tot je het weer zelf kunt opbrengen.

Omdenken

Tja, het is hier thuis soms een kwestie van omdenken en daar word ik steeds beter in, zo van: wat fijn dat hij zich thuis zo veilig voelt en dat hij zoveel ruimte durft te nemen om zich te uiten. Welk groter compliment kun je nou krijgen als ouder?

En ik stem alvast op de huidkleurige herriestoppers van Kruidvat als produkt van het jaar 2020.

De officiële opening

De eerste schooldag van het nieuwe jaar wordt bij ons traditietrouw beklonken met z’n allen op het schoolplein, natuurlijk met vuurwerksterretjes, nepchampagne en… Abba…

Toegegeven: Happy New Year is een nummer met een refrein van een onweerstaanbare toepasbaarheid op zeer bepaalde momenten, dus ik kan het wel begrijpen. En hoewel over smaak zeker WEL valt te twisten, is een onderling smaakverschil een omstandigheid waar ik tolerant tegenover sta, meestal. Abba kan ik best hebben, maar die vergeelde vierkante badkamertegeltjesbeat op elke kwart had in het refrein best wat smaakvoller gekund. En naar de gehele tekst heeft denk ik nog nooit iemand geluisterd, anders ging iedereen depressief het nieuwe jaar in. Gelukkig stond de muziek dit jaar veel zachter dan in voorgaande jaren. Klachten van de buurt?

Op het nieuwe jaar

Mijn jongen kreeg ook de groove niet te pakken op het krioelende schoolplein. De nepchampagne wilde hij niet, want het was geen appelsap. De sterretjes interesseerden hem niet, want het was geen nacht. Hij hield zijn dikke capuchon over zijn hoofd getrokken en begroef zijn gezicht diep in mijn jas. Ik negeerde de blikken, hield mijn handen over zijn oren en wachtte fatsoenlijk op de magische spreuk  ‘Op het nieuwe jaar’. Daarna wrong ik me met mijn kind tussen de opgeheven plastic bekertjes door naar voren, voorbij de twee opgetuigde tafels met daarop de gettoblaster, zo de stille lege school in, terwijl de rest elkaar buiten nog allerlei goeds liep toe te wensen.

Alsof we vanuit de woeste branding de kust van een onbewoond eiland hadden bereikt….geen kinderen, geen geduw, geen glitters meer.

Toen hij alle indrukken had verwerkt, ontdooide mijn zoontje en kreeg ik een dankbare en opgeluchte knuffel. Een leerkracht van een andere klas knikte hem in het voorbijlopen toe: ‘Groot gelijk hoor, knul! Lekker rustig hier, hè?’ Mijn zoontje zocht in zijn lokaal zijn eigen tafel op en ging erachter staan wachten op zijn klasgenoten. Zitten lukte nog niet, maar hij was wel klaar voor de schooldag.

Wat fijn dat het zo kon!

Check je trek bij een vroege wek

Tussen de middag trof ik mijn dochter in tranen, wit weggetrokken. Weer begroef zich een kindergezichtje in mijn jas. ‘Zo’n buikpijn, mam.’ ‘Er heerst wel een vervelend virusje,’ merkte de overigens hoogstverbaasde juf op toen ik binnen ging vragen of het soms te druk was geweest in de klas. Ze had er echt helemaal niets van gemerkt en het meisje had juist prima gewerkt de hele ochtend.

Vreemd.

Thuis heb ik het meisje maar even op de bank laten liggen met een deken. Ik keek naar haar en dacht na. Mijn interne virusdetector, die draait op moederinstinct, maar die desondanks redelijk betrouwbaar is,  sloeg niet uit. Misschien… Ik probeerde eens wat. Ze wilde wel eten. En ja hoor, na het eten knapte ze net zo snel op als een verlept bloemetje van de gieter. Typisch geval van hongersignaal gemist, denk ik, waarschijnlijk door het veranderde dagritme. Ik snap dat.

Niet voelen dat je honger hebt

Huh? reageerde de juf. Ze had toch gewoon een tussendoortje gehad in de ochtendpauze?

Dat was waar. Maar dat tussendoortje was misschien precies genoeg geweest om haar maag te activeren om nog meer hongersignalen af te geven. Zo werkt dat bij mij ook vaak. Er zijn wel meer autistische mensen die niet goed aanvoelen wanneer ze honger hebben en die zich vervolgens halverwege de dag afvragen waarom ze zich ineens zo beroerd voelen.

Dus, voor de zekerheid: check je trek!

En ik val in een gat

Ja, zo kan dat voelen, zo vlak na een vol geplande maand als december. Dan is het daarna een heel proces om grip te krijgen op de dagen. De structuur is terug in de week en dat is fijn, maar ik herken weer de sleur, de strijd, de zorgen, weer een heel nieuw jaar lang om in te vullen en om strijdend in ten onder te gaan. Mijn agenda ziet er leeg uit, zo leeg als het gat waar ik nu in wegzink. Leeg, omdat hij al onzichtbaar vol staat met het werk dat ik bijhoud op mijn onmisbare afvinklijsten.

Afvinken

Afvinken vind ik een mooi woord, want ik hou van vogels.

Mijn afvinklijsten. Ik heb er een speciaal boekje voor. Ik heb taken in de categorieën huishouden, kinderen, muziek, schrijven, boodschappen en overig. Alles schrijf ik erin op, of het nu vandaag of pas over een maand moet gebeuren. Maakt niet uit of het iets kleins of iets groot is en of het misschien raar is wat ik schrijf, als het maar opruimt in mijn hoofd. Met een markeerstift geef ik aan wat echt nu moet en met een andere kleur wat morgen ook wel kan.

Steeds als ik paniek voel opkomen, als ik denk aan wat er allemaal moet gebeuren, alles wat ik nog moet regelen voor traktaties, kinderfeestjes ( Oh nee!!!), school, concerten, afspraken, sociale verplichtingen en weet ik het wat allemaal, dan kijk ik op mijn lijst. Dan zie ik dat het inderdaad veel is en dat ik de komende weken onvermijdelijk vaak overprikkeld zal raken. Maar dan zie ik ook in één oogopslag aan de gemarkeerde stukken dat alles onder controle is.

En dat scheelt echt. Vind er maar van wat je wilt, maar ik noem dit een aanradertje!

Er is nog een geheim voordeel aan afvinklijstjes…

Ik heb er namelijk ooit eentje laten slingeren, een beschamend pietluttig exemplaar nog wel, dus zeker niet bedoeld voor andere ogen dan de mijne. De helft was al afgevinkt en de rest was voor de volgende dag. Die volgende dag had ik een orkestrepetitie en kwam ik pas in de middag weer thuis. Bij binnenkomst trof ik mijn fanatieke man en overenthousiaste oudste zoon aan met een compleet uit elkaar gehaald bankstel en een stofzuiger. Ze hadden mijn lijstje gevonden en waren er direct door geïnspireerd geraakt. Dat is trouwens alweer een tijd geleden. Misschien moet ik dat binnenkort nog maar eens doen.

Maar met afvinken alleen kom je er niet. Die lege doelloosheid die anders vanzelf volloopt met met afvinkrompslomp ( scrabble! ;-)), daar moet ik nog wel iets aan doen, liefst voordat mijn man op een avond thuis komt uit werk en op de keukenvloer een dweil aantreft, en dat ik dat dan ben.

Maatregel 1: meer muziek

Tijd voor een eigen concert misschien? Meer podia opgooglen en aanschrijven. En dan ook meer fluit studeren dan ik deed in de kerstvakantie, want als je iets wilt verkopen, moet je er ook buiten concertperiodes voor zorgen dat het product  fris, sprankelend en goed geconserveerd blijft.

Check!

Maatregel 2: Het schrijfjaar een goede kickstart geven

Als kickstart heb ik op de valreep meegedaan aan de Editio Debutantenwedstrijd met twee verhalen, één voor de categorie fictie en één voor de categorie non-fictie. Het is de laatste keer, want volgend jaar ben ik geen debutant meer.

Op 16 januari staat er een longlist op de site van de Stichting Beter Schrijven, dus dan kun je kijken of ik door ben, mocht je nieuwsgierig zijn. Mijn verhalen heten ‘Om het Colosseum heen’ en ‘Bruiloft in het bos’

Check!

Meer lezen? zie dan ook: Wat ze niet zeggen, Writing, praying and fighting, Mijn boek komt volgend najaar uit, Verhalen

Nieuw voor oud

srcabble koekvormpjes met de woorden oud en nieuw
Het oude is voorbij; tijd voor iets nieuws!

‘Waarom moeten we nu alweer ergens heen? Eerst twee keer achter elkaar kerst, een verjaardag en nu weer dit. Wat is nieuwjaarsdag trouwens voor een feest?’

Dit is in vraagvorm  weergegeven tegenzin van mijn oudste zoon. Dat doet hij wel vaker.

Ik weet uit ervaring:

  1. dat hij niet bedoelt dat hij zijn opa’s en oma’s niet wil zien, maar dat hij het vervelend vindt dat zijn routine nu alwéér wordt doorbroken. Daarom ga ik niet zitten smeren met hoe lief opa en oma altijd voor hem zijn en dus dit en dat en bla bla bla en zo.
  2. dat de laatste vraag, die met ‘trouwens’ erin, voortkomt uit oprechte interesse. Hier ga ik dus wèl op in.

‘Wat is nieuwjaarsdag trouwens voor een feest?’

Ik weet het ook niet en vind het een goede vraag, dus zoek ik het op met mijn telefoon. Zoonlief kijkt mee. Ondertussen geeft hij onophoudelijk uitleg over bijzondere culturele uitingen van andere volkeren en stelt hij me quizvragen om te checken of ik wel zit op te letten. Heel interessant allemaal. Vooral dat ze in sommige stammen de vinger van een geliefde mee begraven met de overledene. Of dat ze de as van de crematie later opdienen in de soep voor de genodigden. Ik zoek rustig door, maar de volgende keer als ik naar een ver land reis, zal ik eerst uitgebreid vooronderzoek doen voor ik me ergens aan waag.

Ik zoek eerst op ‘zonnewendefeest’. Daar blijkt ons oud & nieuw niet veel mee van doen te hebben. Vreemd, want ik dacht altijd van wel. Het blijkt erger te zijn: het zonnewendefeest is volledig opgegaan in Kerst, met boomaanbidding, magische kransen en overige heidense symboliek en al, tot aan de midwinterhoorn aan toe. Mijn zoon is er uitzinnig over en ik denk: hoezo christelijk feest?

De langste nacht

Hoewel het zonnewendefeest ooit opging in Kerst,  is de echte zonnewende niet op 24, maar op 21 december, want dan is de langste nacht en vanaf dan komt dus langzaam het voorjaar weer terug. De zonnewende heeft zelf niets met religie te maken, maar is gewoon een bepaalde stand van de zon ten opzichte van de aarde, net zoals de maan verschijnt in de nacht en de zon opkomt als het ochtend is.

Voorstel tot traditiewijziging

Waarom draaien we het dan niet gewoon om en vieren we Oud & Nieuw op 24 en 25 december en Kerst op 31 december en 1 januari? Dan dopen we ‘Oudejaarsavond’, die dan dus op zonnewende op 21 december plaats vindt, om tot ‘Feest van de langste nacht’ en dan vieren we met Kerst dat we een nieuw jaar van de Heer krijgen, een nieuw begin met de komst van Christus. Het sluit ook meteen beter aan bij onze jaartelling die per slot van rekening ook gekoppeld is aan de geboorte van onze Heiland: ‘na Christus’.

Ja, ik weet dat Christus niet echt geboren is op 1 januari, maar ook niet op 25 december, dus…

En dan kunnen we ook meteen de waanzin van het consumentenvuurwerk geheel verbieden…

Oeps wat zeg ik nu???

Nee, dat zal wel niet gaan…als er na zoveel vernielingen, woningbranden, meer dan 60 uitgebrande auto’s in één en dezelfde stad, ontelbare gewonden, mensen voor de rest van hun leven verminkt, met vuurwerk bekogelde hulpverleners en op afschuwelijke wijze omgekomen burgers, nog steeds mensen zijn die het acceptabel vinden dat er in het hele land oorlogje wordt gespeeld met echte explosieven, ook door kinderen…

2 januari

Nu ik verder schrijf, op 2 januari, de dag na de familiebezoeken met de beste wensen en de eerste horror beelden op televisie, beleef ik mijn eerste echte dag van het nieuwe jaar, lekker alleen thuis, want de kinderen mogen een dagje bij opa en oma. Eindelijk even de kans om tot mezelf te komen: mijn persoonlijke zonnewende is een feit.

Eerst heb ik uitgeslapen. Dat was hard nodig, niet alleen vanwege de festiviteiten, maar ook doordat mijn man al een paar dagen verkouden is. Ik kan echt NIET tegen verkoudheidsgeluiden. Zelfs van slikgeluiden word ik al wakker. Daar helpen oordoppen tegen, maar die helpen niet tegen zwaarder geschut zoals snotteren, snurken en hoesten. Ik hoor echt ALLES, keihard!

Mijn man is een schat. En praktisch ingesteld. Hij stelde voor om het slaapprobleem op te lossen met een bed-ruil: onze dochter bij mij en manlief op zolder met zijn onzichtbare zeehond. Kon ik even bijtanken.

Van kaft tot kaft

En nu, uitgerust en vrij, besluit ik om mijn Bijbelstudie weer op te pakken, je weet wel: mijn project om de Bijbel van kaft tot kaft te lezen. Dat is juist nu absoluut noodzakelijk in alle chaos, onheil en pure slechtheid die zich de afgelopen dagen heeft afgespeeld en die me ook vandaag nog elk moment wordt opgediend via mijn telefoon.

Het maakt niet eens uit wat ik in mijn Bijbel lees, zo lijkt het wel, als ik maar lees en mijmer. Ik maak er mijn hoofd mee leeg en dan kan ik dingen weer enigszins in verhouding zien.

Inmiddels heb ik I Kronieken net uit.

I Kronieken

Eerlijk gezegd had ik vandaag  juist in dit boek géén zin. Beide boeken Kronieken herhalen grotendeels de informatie van de boeken Koningen, die ik vlak voor de kerst al  net achter de kiezen had. En verder alleen maar opsommingen, lijsten, namen, pfff. Maar ik ben mijn voornemen trouw, dus.

En dan blijkt het uiteindelijk toch de moeite waard. Mijn Jongerenbijbel vermeldt namelijk dat I Kronieken 25 het lievelingshoofdstuk van één van lievelingscomponisten was: Johann Sebastian Bach.

Hé, dat wist ik niet!

Van alle Bijbelteksten was ik er nooit op gekomen dat de briljante componist van de Matthaüs Passion uitgerekend voor dit hoofdstuk zou kiezen. Het bevat namelijk helemaal geen verhaal, geen spreuk, geen levensles…

Of toch wel? Johann was toch niet gek?

Al lezend kom ik bij vers 8 en dan snap ik het:

‘De zangers werden door loting in wisseldienst ingedeeld, zonder onderscheid te maken tussen oud en jong, volleerde zangers en leerlingen.’

Wat een prachtige gedachte om 2020 mee te beginnen!

Vaak voel ik me ingehaald door jonge veelbelovende musici of door collega’s die gewoon een beter netwerk en een overtuigender CV hebben dan ik. Of ik heb misschien gewoon te weinig geduld, dat zou natuurlijk ook kunnen.

Hoe dan ook, ik zoek me suf naar vacatures en audities voor fluit bij orkesten, ensembles, christelijke koren etc. Ik had veel beter piano kunnen gaan spelen of viool, zo lijkt het. En met schrijven is het niet zo heel anders. Ik had bijvoorbeeld beter een minimal lifestyle blog kunnen hebben of een rauwvoedseldieetboek kunnen gaan schrijven..lekker jong fotootje van tien jaar terug erbij…

Maar hippe frisheid, het juiste diploma en een goed CV zonder gat, kink of kloof, dat heb je alleen maar nodig om mensen te overtuigen. God kent jouw talent en kundigheid ook al zonder dat je jezelf hoeft te bewijzen. Van God mag jij dicht bij jezelf blijven, bij wat jij kunt en waar jouw hart sneller van gaat kloppen.

Hij kent onze gedachten en de wensen van ons hart en hij zal iedereen op de juiste tijd inloten op precies de goede plek, wat die plek ook zal zijn.

Het wordt niet minder, het wordt beter, ook al lijkt het met de wereld steeds slechter te gaan. We krijgen nieuw voor oud, niet andersom. II Cor.5:17

En hoe is jouw begin van het nieuwe jaar?

Meer lezen? Zie dan ook: Goede voornemens, zinvol? Kerstmuziek, De toekomst belooft wat