De deur achterin de zaal zwiept open. Ik kijk om en daar komt met gebalde vuisten en een onweersgezicht onze jongste de zaal van onze kerk binnengelopen. Of nou ja zaal…Onze gemeente komt samen in een school, dus eigenlijk komt hij de aula binnen. Bovenin de aula bevindt zich rondom een open balustrade met daaraan de leslokalen. Ik had dus al het nodige gestampvoet gehoord en ik dacht al: dat is vast die van mij.
Ik verberg mijn teleurstelling en als hij naast me staat trek ik hem op schoot. Wat voelt hij gespannen! Ik zeg niets, aai hem alleen maar over zijn rug. Allerlei gedachten gaan door mijn hoofd. Eindelijk was het gelukt om hem zover te krijgen dat hij in ieder geval een keer wilde kijken bij de kinderdienst. Nu kregen we hem er natuurlijk nooit meer naartoe. Maar als hij niets te doen heeft tijdens de dienst, wordt hij gek. Moet hij dan maar weer spelletjes doen op de telefoon van mijn man? Of moeten we hem voortaan thuis laten en om beurten naar de kerk gaan? Maar ik wil het niet, ik wil er niet aan toegeven dat…
Ik weet het niet!
Kom je mee?
Dan komt de leider van de kindergroep ook door de klapdeur de aula in. Hij tuurt over de hoofden en loopt op ons af. Als hij naast ons staat hurkt hij tot het niveau van ons kind: ‘Kom je mee?’
Het klinkt zacht en vastberaden tegelijk en ik verbaas me wel over de beste man zijn doorzettingsvermogen. De meeste andere leiders nemen er al snel genoegen mee als ons zoontje niet mee wil doen en het lokaal uit loopt. Als ons zoontje blokkeert, dan krijg je hem daar nu eenmaal heel moeilijk weer uit en er zijn nog meer kinderen die aandacht nodig hebben.
Ik voel hoe verkrampt mijn zoontje is, zijn vuistjes nog altijd samengeknepen met witte knokkels, zijn gezicht verwrongen, tanden op elkaar geklemd. Waarom moet het nou zo? Ik kan niet anders dan bidden, waarom heb ik dat eigenlijk niet eerder gedaan? ‘Heer, kom in deze situatie,’ bid ik in mezelf.
De leider herhaalt zijn vraag: ‘Kom je mee? Dan gaan we niet naar dat stomme verhaal luisteren dat je allang kent, maar dan gaan we samen een hardloopwedstrijd houden.’ Meteen voel ik het kind los worden. Hij glijdt van mijn schoot en huppelt met de leider mee. Mensen kijken om en ik ben sprakeloos.
De rest van de dienst hollen er een volwassen man en een kind rond over de balustrade boven onze hoofden. Er wordt met spullen geschoven en ik krijg een slow-motion actiefilmpje binnen op mijn telefoon, met ons jongetje dat vol overgave over twee omgekeerde banken springt.
En ik denk twee, nee drie dingen:
Ik heb zojuist een rechtstreeks en direct ingrijpen van de Heer meegemaakt op mijn gebed.
Mijn zoontje heeft met deze ervaring waarschijnlijk veel meer geleerd over God en zijn gemeente, dan hij geleerd zou hebben als hij verplicht was geweest om braaf naar het verhaal te luisteren.
Zouden al deze mensen om mij heen dit hebben gezien? Of zagen sommigen alleen een kind met een sterke (on)wil en een – misschien net iets te enthousiaste – jeugdwerker?
‘Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer kijkt naar het hart.’ 1 Sam.16:7b
MEer lezen? Kijk gerust rond op deze site! Ik heb ook een autobiografie geschreven: “Aan mij zie je niets”
Je kunt me liken of volgen op de facebookpage van Zo kun je ’t ook zien óf je kunt je gratis en vrijblijvend inschrijven via het balkje hiernaast of helemaal onderaan. Dan krijg je automatisch een mailtje als ik weer iets nieuws heb geplaatst op deze website.
Reageren kan openbaar onderaan elk blog. (je reactie wordt pas zichtbaar als ik hem heb goedgekeurd). Je kunt me ook een mailtje sturen via de contactknop.
Afgelopen zondag ben ik met mijn gezin wezen kijken naar iets ongewoons. Er waren namelijk enkele vreemde vogels neergestreken bij ons in de polder.
Maar…hoezo vreemd? Wat zullen die flamingo’s zelf eigenlijk gedacht hebben toen al die mensen aan de kant hun vervaarlijk uitziende verrekijkers en camera’s op hen stonden te richten? Ik maakte zowel foto’s van de roodroze vogels als van de mensenmassa. Die hoorde in dit landschap immers net zo goed niet thuis.
Mijn zoontje trok aan mijn jas: ‘Mama, ik wil nu bij de andere dieren gaan kijken.’
Wat is eigenlijk ‘normaal’?
Exotische dieren en samendrommende mensen. Mijn zoontje dacht dat we in een dierentuin waren vanwege deze twee elementen die we normaal gesproken niet zien als we door een landschap als dit fietsen. Heel logisch gedacht. Het zette me aan het filosoferen: zou hierin soms de alles verklarende definitie van ‘normaal’ schuil gaan? Zit het abnormale misschien niet in het ding zelf maar in de vraag of het in de omgeving past?
En wat als deze flamingo’s voortaan elk jaar en in steeds grotere getale komen overwinteren op deze plek? Raken ze dan op den duur vreemde vogel af en worden ze dan uiteindelijk alsnog ‘normaal’ gevonden? Ik keek naar de flamingo’s. Ze schoffelden tevreden rond in de blubber en leken zich nu al uitstekend op hun gemak te voelen.
Doe normaal!
Eerlijk gezegd haat ik het woord ‘normaal’. Het is lelijk en nietszeggend en verwijst alleen maar naar zichzelf en verder nergens naar. Toch wordt het heel vaak gebruikt, al was het maar in het belerende ‘Doe normaal’.
Als iemand dat zegt reageer ik meestal maar niet. En anders zeg ik: ‘ Dat is goed. Doe eens voor?’ Stiekem hoop ik dan dat ze dat echt gaan doen. Kan ik ook eens lachen.
De ethiek van het normaal doen
Ik heb het opgezocht in mijn lievelingshandleiding van het leven. Ik typte het woord ‘normaal’ in op mijn app van het NBG en wat blijkt? Het woord ‘normaal’ wordt in de Bijbel slechts drie keer gevonden en wel in Marcus 7:35, in Leviticus 15:25 en in Makkabeeën 3:19. En lees het maar na: in geen van die passages bevat de dringende aanbeveling om je toch vooral aan te passen aan de ‘norm’, wat die ook moge wezen.
Sterker nog: In 2 Samuel 6 wordt omschreven hoe koning David publiekelijk danst en springt voor de Heer, halfnaakt, maar gelukkig nog wel met een lap om zijn middel. Dat moet best een apart gezicht zijn geweest, zeker voor iemand van stand. Zijn vrouw Michal vertelt hem minachtend hoe bespottelijk ze zijn gedrag vindt, maar de Heer straft haar daarvoor. Het lijkt er dus sterk op dat ook onze Heer allergisch is voor het kwetsen van de onbaatzuchtige spontaniteit van mensen door ze te verwijten dat ze niet ‘normaal’ doen.
Gelukkig maar, want je wilt toch ook niet constant moeten leven als een kameleon die levend opgevreten wordt, zodra hij niet meer naadloos mee kleurt met zijn omgeving?
Kameleons zijn trouwens schitterende beesten, net als flamingo’s.
Iedereen is bijzonder
Mensen zijn of doen niet normaal of abnormaal. Daarvoor zijn ze te complex. Ze lijken op elkaar en ze zijn toch allemaal verschillend. Dat geldt voor mensen met autisme, maar ook voor alle andere mensen. Ik stel daarom voor om het woord ‘normaal’ als predicaat voor menselijke karaktertrekken of voor menselijk gedrag af te schaffen.
Anders zijn
Het tegenovergestelde van hetzelfde is anders. ‘Anders’ is een niet stigmatiserend woord om aan te geven dat iets je opvalt. Er zit verschil tussen jou en mij: we zijn allebei anders. Laten we dat woord voortaan gebruiken als we willen aangeven dat iets verschillend is van hetgeen we verwachten: ‘anders’
Anders zijn in een groep kan betekenen dat het moeilijker is om je aan te passen, omdat de omgeving niet op jouw behoeftes is ingericht, maar wel op die van de meerderheid. Anders zijn kan ook betekenen dat je minder makkelijk aansluiting vindt, omdat het voor jou en die andere mensen over en weer meer moeite kost om elkaar te kunnen peilen.
Iedereen voelt zich wel eens anders, maar mensen met autisme veel vaker. Ik sprak laatst een vader van een tienerzoon met autisme. Hij vertelde dat er volgens hem prima te leven is met autisme, maar dat het missen van sociale aansluiting door zijn zoon hem toch steeds weer aan het hart gaat.
Wat flamingo’s en autisten met elkaar gemeen hebben.
Flamingo’s zijn niet abnormaal wanneer ze ergens in een koude sloot rondlopen, in plaats van in een dierentuin.
Mensen zijn niet abnormaal zodra ze uit hun natuurlijke comfortzone stappen.
Autisme is niet abnormaal, het is geen afwijking en het is geen ziekte. Het is een andere informatieverwerking dan de meeste mensen hebben en soms merken andere mensen daar iets van.
Mensen die anders zijn, voelen zich meer op hun gemak, functioneren beter en voelen zich minder uitheems wanneer ze zich erkend, gewaardeerd en welkom mogen weten.
Probeer elkaar en jezelf eens te zien als kleurrijke en welkome variaties, zoals prachtige flamingo’s in een grijze polderplas. Dan kunnen we straks allemaal op ons gemak foerageren voor de telelens van onze medemens zonder onszelf steeds af te vragen of we niet te anders zijn.
Tip: schrijf je in op deze website en je krijgt voortaan automatisch bericht als ik weer iets nieuws heb geplaatst.
Delen, liken en reageren worden zeer gewaardeerd! Je kunt me ook een persoonlijk mailtje sturen als je niet wilt dat iedereen je reactie kan lezen.
…geloven dat autisme er is gekomen, tegelijk of niet lang na de dorens en de distels en het zweet des aanschijns. Je weet wel, die hap uit de verboden vrucht, de zondeval. We leven sindsdien in een gebroken wereld waarin de oorspronkelijke orde is verstoord. De schepping zucht en weeklaagt in barensnood, wachtend op haar verlossing.
Misschien is autisme dan wel één van de buikkrampen van al die ellende, want hoe positief je het ook wilt omschrijven en hoeveel mensen ook zeggen dat iedereen er wel trekken van heeft: echt autisme kan toch behoorlijk in de weg zitten. Het heet per slot van rekening niet voor niets een stoornis. In een volmaakte wereld zou er dan ook geen autisme bestaan.
Zeggen ze. Schrijft men. Sommige mensen.
En van mij mogen die mensen dat nog geloven ook.
Het doet er voor mij namelijk niet (meer) toe of het waar is of niet. Want er staat ook iets in de Bijbel waarvan ik het veel belangrijker vind dat het wèl waar is:
‘Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel.’ – Rom. 11:36 NBV
Alles, dus ook autisme.
Alles heeft een reden.
Ook ADHD of ADD, HSP, alles wat op -ie eindigt en zelfs NT-ers (=neurotypische/ niet-autistische mensen). Alles heeft een reden en kan bij God ingezet worden voor een geweldig doel waar jijzelf en anderen beter van worden.
Of het er nu altijd al is geweest of niet en of het nu meer nadelen dan voordelen heeft of andersom, het is er met een reden, anders zou God het niet toelaten. Niets ontsnapt immers aan zijn aandacht en niets gebeurt zonder dat Hij er weet van heeft:
‘Toen ik in het verborgene gemaakt werd, kunstig geweven in de schoot van de aarde, was mijn wezen voor u geen geheim. Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.’-Psalm 139:15-16 NBV
God kan overal iets mee
Ook al geeft een afwijkend profiel soms aanleiding tot allerlei narigheid, onbegrip, diskwalificaties, eenzaamheid en andere zware en donkere gevoelens, dat doet er niets aan af, dat God erbij is en dat Hij er iets mee kan. Hij kan er zelfs iets mee als jij je autisme, of wat het ook is, al jaren in het geheim met je mee meedraagt. Alles wat leuk en minder leuk is, al je missers en alles waarvan jij denkt dat niemand er ook maar iets aan heeft, weet Hij te gebruiken ten goede, voor iedereen die Hem lief heeft. (zie Rom. 8:28).
Narigheid en moeite is dus nooit een verspilling als je in God gelooft. Als je het aan God over durft te laten kan hij alles omvormen tot een instrument om bijvoorbeeld anderen mee te hulp te schieten die het moeilijk hebben, misschien wel met hetzelfde als jij.
Autisme werkt mee ten goede, dat wil zeggen; tot de verheerlijking van God in mensen die Hem liefhebben.
… Hem liefhebben?
Dat is super abstract. Net als ‘God’ zelf trouwens. Hij is geen mens die je in het gezicht kunt kijken en die je bij de hand kunt pakken, niet letterlijk in elk geval. Hoe zit dan dan, want autistische mensen zijn toch vaak meer rationeel en concreet ingesteld? ( zie ook mijn eerdere blog: Kunnen autisten geloven in God?).
Dat klopt.
Het klopt ook dat autisten bekend staan om hun puurheid, eerlijkheid, hun trouw en hun doorzettingsvermogen. En dat komt allemaal van pas bij het goddelijke liefhebben, want Jezus zegt: ‘Wie mij liefheeft doet wat ik zeg. Wie mij wil volgen, neemt zijn kruis op en volhardt achter mij.’
Dus.
Maar dan toch nog even de kwestie waar ik mee begon:
Hoort autisme nu wel of niet bij Gods oorspronkelijke ontwerp van de mens? Was autisme er nu wel of niet al vóór de zondeval? Hoort het erbij of is het later ontstaan?
Ik weet het niet. Ik ben geen theoloog. Maar ik ben wel bijzonder geïntrigeerd door het boek Genesis, vooral de eerste drie hoofdstukken. Er liggen zoveel geheimen in verborgen, zoveel symboliek, zo’n diepe wijsheid.
En ik herken er wel wat dingetjes in:
‘In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was nog woest en doods en duisternis lag over de oervloed…’
Dus het was donker, onduidelijk en volkomen zinloos om er te leven.
‘…maar Gods Geest zweefde over de wateren…’
En dat veranderde de zaak volledig want wat wilde en deed Gods Geest? Orde scheppen. Dingen van elkaaronderscheiden. Duidelijkheid creëren. Grenzen aangeven.
Daar word ik echt ontzettend blij van. Dat past precies bij mij!
Onderscheid tussen licht en donker, tussen boven en onder, tussen nat en droog, elke soort plant of boom zijn eigen zaden en vruchten, zijn eigen typische bladervorm, elke dier zijn eigen plekje, alles zijn eigen patroon. Alles klopte, alles was uniek en niets was overbodig. ‘En God zag dat het goed was.’
Ja! Ik zie het ook!
Waarom is orde scheppen zo fijn?
Autistische mensen houden van orde en duidelijkheid, omdat het ze houvast geeft. Andere mensen schieten in de stress van grote veranderingen of van veel veranderingen tegelijkertijd, maar bij iemand met autisme kan dat al gebeuren als er maar een detail aan de situatie verandert, omdat het ze veel aandacht en tijd kost om het totaalplaatje dan weer kloppend te krijgen. Soms lukt dat niet, bijvoorbeeld doordat er te veel prikkels zijn of door tijdsdruk en dan kan iemand in paniek raken omdat hij het overzicht kwijt is en niet meer weet wat hij moet doen en misschien zelfs niet meer in staat is om ‘help’ te zeggen. (Zie over autisme en verandering ook mijn eerdere blog: Autisme en verandering, nou en?)
Ook al is de drijfveer dan misschien wat anders: autistische mensen hebben van hun Schepper de eigenschap geërfd om orde te willen, tot in detail, en om geen onduidelijkheid of tweeslachtigheid te kunnen verdragen. Alles moet een reden en een doel hebben. Het moet kloppen.
En dan de schepping van de mens
‘En toen schiep God een woelige menigte van lawaaigenietende mensen met kriebelige kunststof kleding waarvoor ze elkaar op Black Friday hadden staan verdringen in te fel verlichte winkels die roken naar dingen die niet echt zijn.’
Grapje.
Hij schiep er eerst maar twee: een man en een vrouw die precies bij elkaar pasten, middenin de frisse open natuur. Ze waren allebei gevormd door Gods Geest, je weet wel: die Geest die orde brengt in de chaos.
Juist.
En toen zei God ‘Het is zeer goed.‘
Of autisme er met de zondeval is gekomen?
Geen idee! Wat denk jij?
Meer lezen? Schrijf je dan in op deze website en ontvang automatisch een berichtje als ik iets nieuws heb gepost ( 1x per week).
Ik vind het leuk als je een reactie achterlaat en natuurlijk mag je mijn blogs delen met andere geïnteresseerden. Heb je een vraag of opmerking? Neem dan gerust contact met me op via het contactformulier.