Dat heb ik ook!

Opgestoken wijsvinger: ik ook!
Ik ook!

Dit is waarschijnlijk een zeer herkenbaar stukje voor veel mensen met autisme, maar zeker niet alleen voor hen. Daarom wil ik dit vooraf duidelijk maken: deze blog is voor, en gaat over, iedereen die licht getikt is of gewoon hartstikke normaal, al wie zich mild tanende of hyper energiek acht en voor alle persoonlijkheidstypen, al dan niet vlot of vlak gebekt, links- of rechtshandig en met of zonder leerproblemen of een buitensporig IQ.

Je mag zelf kiezen in welk hokje je wilt horen of niet. Deze blog is voor jou en het gaat over ‘ik ook’ (niet te verwarren met ‘me too’).

‘Ik ook’

Ken je dat? Jij stelt je kwetsbaar op door iets uit te leggen over jouw situatie en dan zeggen andere mensen meteen dat zij dat ook hebben. Jij zit als het ware voorovergebogen over het stuur en trapt je in het zweet en zij springen zomaar achterop om gratis mee te liften…op jouw fiets…met jouw verhaal en jouw situatie!

‘Dat heb ik ook’

‘Heel herkenbaar’

Behalve dat ze dus nogal irritant kunnen zijn, vind ik de betekenis van dergelijke reacties ontzettend vaag. Het kan, als je erover nadenkt, werkelijk alle kanten op. Dit zijn mogelijke vertalingen waar ik op ben gekomen:

  • A. Ik snap je helemaal en je bent niet alleen.
  • B. Ik geloof je, maar ik heb helaas geen tijd om naar je te luisteren.
  • C. Stel je niet aan. Iedereen heeft zo zijn soires, niet alleen maar jij.
  • D. Je doet bijzonder en daar hou ik niet zo van (want dan ga ik me namelijk maar zo gewoon voelen).
  • E. Nu je dit onderwerp toch aansnijdt, stel ik voor om het over mijn eigen soortgelijke situatie te hebben.

Antwoord A lijkt mij het meest sympathiek. A is goed bedoeld. Met A kan ik me, afhankelijk van wie het zegt, getroost voelen. B kan, maar doet ook een beetje zeer, want hoezo zeg je dan niet gewoon dat je geen tijd hebt? Denk je soms dat ik dat niet snap, dat ik daar te infantiel of egocentrisch voor ben? Dat riekt dus toch een beetje naar C of D. En ja…over E kunnen we het denk ik wel eens zijn.

Toch komt ook E  vrij algemeen voor in het wild.

Losse flodders en giswerk

Om te bepalen of je met een A te maken hebt, een B, of met een snoeiharde verdekte insinuatie, heb je context nodig. Een onmisbaar middel voor het creëren van context is een diepgaand wederkerig gesprek, tenzij je iemand al erg goed kent, want dan weet je of diegene het beste met je voor heeft of niet.

Zonder context blijven ‘ik ook’ en ‘herkenbaar’ losse flodders, waarvan de betekenis van giswerk aan elkaar hangt. Het zijn net kralen waar je niets aan hebt, omdat er geen snoer bij zit om er een ketting van te rijgen. Je kunt er hooguit je nek over breken als je er per ongeluk op gaat staan.

 ‘Luister je wel naar me?’

Een ‘ik ook’ ontstijgt voor mij de losse flodder status alleen en voor zover ik het gevoel heb dat er met oprechte interesse naar me is geluisterd.

Begrijp me niet verkeerd; ik beschuldig hier niemand persoonlijk. Ik zal de hand eerst eerlijk in eigen boezem steken ( voor auti’s : dit bedoel ik niet letterlijk ): ook ik ga regelmatig de fout  in, omdat het me ontbreekt aan concentratie, tijd en energie om echt te luisteren naar een ander.

En ik weet heus wel dat in onze drukke maatschappij tijd en aandacht schaarse goederen zijn die wijs en weloverwogen verdeeld moeten worden. Elke minuut beleef je maar één keer en multitasken is een leugen. We rennen, we vliegen. Geen tijd. Dan snap ik wel dat je niet zomaar ieder verhaal kunt aanhoren, zelfs al zou je het willen.

Maar wat ik dan toch niet begrijp- maar dat zal wel komen doordat ik dingen vaak nogal letterlijk neem- waarom zeg je dat niet gewoon? Zeg gewoon dat je geen tijd hebt. Dat is toch veel eerlijker?

Meest gehoorde klacht

Een autismedeskundige vertelde me eens dat ‘ik ook’ de meest gehoorde klacht van mensen met autisme is. Bij schering en inslag steken mensen hun hand op om te zeggen dat zij dat ook allemaal hebben, als iemand voorbeelden geeft van hoe het is om te leven met autisme.

Ik kan me voorstellen dat dit niet alleen geldt voor autisme en dat ADHD-ers er bijvoorbeeld ook last van hebben.

Als je vaak ‘ik ook’ te horen krijgt, kan dat je aan het twijfelen brengen: Ben ik wel echt zo anders? Waarom kan ik dan niet doen zoals andere mensen? Waarom kosten dingen die voor andere mensen makkelijk zijn mij zoveel moeite? Zou het soms tussen mijn oren zitten? Moet ik mezelf niet gewoon een schop onder mijn kont geven en eens ‘normaal’ leren doen?

Met alle frustratie van dien, want je kunt nu eenmaal niet met succes iemand anders zijn dan jezelf.

Patstelling

Een ‘ik ook’ zonder gepaste begripvolle context leidt ieder gesprek regelrecht een doodlopende steeg in. In geval van ‘ik ook’  van het type C en D is dat zelfs de bedoeling.

Wat betreft autisme is het de welles van de één tegen de nietes van de ander, want inderdaad is geen enkele trek uniek voor autisme en veel trekken zijn in een milde vorm eigenlijk heel normaal. Ga dat maar eens van elkaar onderscheiden en objectiveren, want iedereen ervaart het anders en je kunt er geen stressthermometer in steken.

Ga maar na: alle kinderen dreinen wel eens, vooral in de supermarkt. Ontzettend veel kinderen doen moeilijk over hun eten. Iedereen voelt zich wel eens onzeker op sociaal gebied. Alle mensen kunnen overprikkeld of vermoeid raken en gaan dan haperen in hun functioneren, iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden, rigiditeiten en rituelen.

Iedereen. Wij allemaal. Ik ook.

De dingen die je NIET te horen krijgt.

Autisme komt niet vaak voor, evenmin als ADHD, ADD  en wat zo al meer. Dat je jezelf zou herkennen in de minder leuke trekken van een persoonlijkheidsstoornis is niet erg aanlokkelijk, maar de kans daarop is wel veel groter dan dat je jezelf herkent in een neurobiologische diversiteit zoals autisme. Toch zul je veel minder snel van iemand te horen krijgen: ‘Oh ja, dat manipulatieve, dwangmatige en egocentrische heb ik ook, zo herkenbaar!’

Net zoals mensen begrijpelijkerwijs niet snel geneigd zullen zijn om uitgebreid verslag te doen van hun minder prettige karaktertrekken, zo zullen ook veel autistische kenmerken in het verborgene blijven voor de outsider. Dat zijn de kenmerken waarover iemand zich onzeker voelt of die te heftig dan wel te persoonlijk zijn om zomaar over te praten. Sowieso is het voor veel mensen met autisme extra lastig om hun gevoelens onder woorden te brengen.

Toch zijn die kenmerken er wel degelijk. En die heeft zeker niet iedereen, niet allemaal, niet in die mate en ook niet bijna elke dag. Kijk anders even op het Internet, doe een testje hier en daar en let dan eens speciaal op alle kenmerken die jij NIET hebt.

En dan komt hier de clou:

Zelfs geen twee autisten, geen twee ADHD-ers en geen twee neurotypische personen hebben dezelfde kenmerken, hetzelfde gedrag, dezelfde levenservaringen en dezelfde omstandigheden.

Niemand is hetzelfde.

We zijn allemaal anders

Het wordt dus hoog tijd dat elke ‘ik ook’  een duidelijk uitgesproken A betekenis krijgt of dat er eerlijk voor B wordt uitgekomen en dat elke andere bedoeling met ‘ik ook’ wordt geschrapt uit ons collectieve bewustzijn.

Luister liever naar elkaar en heb diversiteit lief. We zijn allemaal anders en uniek geschapen. Dat is het enige waartegen je met recht  ‘ik ook’ kunt zeggen.

Ik prijs U, want het is een wonder hoe U mij heeft gemaakt. Alles wat U heeft gemaakt, is bijzonder. Ik weet dat heel goed.

Psalm 139:14 BasisBijbel

Zie ook: Autisme in een notendop, Mijn boek komt volgend najaar uit, Samen sta je sterk

Goed idee: Schrijf je in voor deze weblog met het formulier hiernaast of hieronder als je op je telefoon aan het surfen bent. Dan krijg je steeds automatisch een seintje als ik een nieuwe post heb geplaatst.

reageren=aardig, liken=leuk, delen=lief