Autistische meltdown

STOP!!!

Mijn hoofd zit vol met elastiekjes die vastzitten aan mijn gedachten en gevoelens. Ik word er duizelig en zwaar van. Ik staar voor me uit zonder iets te zien en wacht tot het weer een beetje gaat. Elke gedachte die ik probeer af te maken doet pijn. Daarom denk ik alleen nog maar in cirkeltjes, steeds hetzelfde beeld, dezelfde losse woorden. Ik voel een enorme aandrang om te gaan huilen. Ik weet het, ik moet oppassen nu, goed voor mezelf zorgen, want anders… Maar anderen zien het niet, begrijpen het niet. En ik kan het niet uitleggen, dus moet ik ook niet gaan huilen, want dan is er uitleg nodig. Toch is er iemand die iets van me wil. Er is iets niet goed. Ik proef… verwijt? Maar ik kan niet meer, echt niet…

Ineens knalt al het elastiek in mijn hoofd in één keer los; geen bodem en geen plafond meer aan mijn denken en voelen. Een vrije val in de ruimte en niets anders dan veel te veel angst, woede, verdriet, veel meer dan er in mij past. Ik moét iets doen: schreeuwen, ergens tegen slaan, schoppen, iets stukgooien, mijn ogen dichtknijpen, mijn handen over mijn oren klemmen, mezelf pijn doen…

Als het maar STOPT!!!

Autistische meltdown

Het voelt voor iedereen anders, maar zo voelt het ongeveer voor mij om een heftige autistische meltdown te krijgen. Soms lucht een meltdown op, maar er zijn ook talloze keren geweest dat ik me nog dagenlang uitgeput, slap, verdrietig en mislukt voelde. Niet zelden wordt ook een milde meltdown, waar verder helemaal niemand iets van merkt, gevolgd door dagenlang hoofdpijn.

Gelukkig heb ik niet vaak meer zulke heftige meltdowns sinds ik de diagnose ASS ( Autisme Spectrum Stoornis) heb gekregen. Dat komt o.a. doordat ik mezelf sindsdien beter ben gaan begrijpen. Ik probeer nu om meer rekening te houden met mezelf en minder met wat ik denk dat anderen van me verwachten. Al is dat nog niet altijd makkelijk.  

Wat is een autistische meltdown?

De term ‘meltdown’ komt uit de wereld van de kerncentrales. Er wordt een ongeluk met een kernreactor mee bedoelt, waarbij deze oververhit raakt. Als het dan niet lukt om de kern op tijd te koelen, kunnen de brandstofelementen daarin gaan smelten. Er kan dan straling vrijkomen. In heel ernstige gevallen kan de inhoud zelfs door de bodem van de reactor heen de grond in smelten. Dat is letterlijk ‘er helemaal doorheen zitten’.

Gelukkig is een autistische meltdown lang niet zo destructief als een nucleaire ramp, maar er zijn wel raakvlakken in het proces. Met een autistische meltdown wordt een heftige stressreactie bedoeld, als gevolg van een acuut overbelast zenuwstelsel. Iemand is dan zodanig overprikkeld geraakt dat hij de controle over zijn emoties en reacties tijdelijk verliest. Alles in iemand is er dan op gericht om het binnenkomen van nog meer prikkels te stoppen en het teveel aan spanning te lozen.

Shutdown

Een variant op de meltdown is de shutdown. Deze heb ik vaker. Het voelt dan alsof delen van mijn hersenen en lijf geblokkeerd of verstijfd zijn, alsof ik gedeeltelijk bevries. Ik kan dan even niet goed meer praten, mijn lichaam voelt onhandig en sloom, alsof het niet van mij is, en ik ‘verdwijn’ als het ware in mijn eigen hoofd.

Het kan eruit zien als een soort verlegenheid, maar dat is het niet. Ik ben niet verlegen, maar overweldigd. Het voelt soms alsof mijn hoofd vol met fladderende vogels zit, die ik maar niet te pakken krijg. Ik voel en denk heel veel, maar het kan er niet uit, althans niet in begrijpelijke woorden en zinnen. Soms lukt het wel met trefwoorden of door te tekenen of te schrijven. Wat ik zelf hoor of zie komt keihard binnen, maar mijn brein maakt er niets zinnigs meer van. Dat is soms best beangstigend.

Wat helpt?

Het belangrijkste is natuurlijk om de overbelasting direct te stoppen. Een donkere stille kamer is ideaal, maar alleen oordoppen en een donkere bril helpen ook. Desnoods ga ik even op het toilet zitten. Buiten een rondje lopen kan ook enorm opluchten. Flink uithuilen ook. Verder is het belangrijk om rustig te wachten tot het overgaat en het weer lukt om na te denken. Dat is vaak na een paar minuten al zo. Slechts enkele keren in mijn leven heb ik meegemaakt dat het langer duurde, maar dan kwam het door iets heel heftigs.

Ik vind het fijn als iemand tijdens een meltdown of shutdown op een geruststellende toon tegen me praat, ook al reageer ik daar niet meteen op. Het kan ook helpen om concrete en gesloten vragen te stellen, waarop ik alleen hoef te knikken van ‘ja’ of schudden van ‘nee’. Soms brengt dat de rondfladderende gedachten tot rust waardoor ik sneller weer wat kan zeggen. Tijdens een meltdown of shutdown verdraag ik geen oogcontact en ook het gevoel dat iemand naar mijn gezicht kijkt trek ik niet. Meestal verberg ik mijn gezicht daarom.

 Een meltdown is geen driftbui

Het meest verdrietige van een meltdown vind ik, dat het er vaak uitziet als een driftbui. Dat lijkt vooral zo als het laatste zetje om in die toestand te komen nou net het commentaar van een ander was. Het wordt dan makkelijk bestempeld als aanstellerig of als theatraal gedrag. Je begrijpt misschien dat dit niet zal helpen om de spanning te doen afnemen.

Voor de duidelijkheid: een meltdown is geen driftbui en is ook niet bedoeld om te manipuleren. Het is een reactie als gevolg van overbelasting, meestal niet door die ene opmerking, maar door een hele keten van triggers die daaraan vooraf ging.

Een meltdown is niet raar

Meltdowns zijn niet voorbehouden aan mensen met autisme. Iedereen kan een meltdown krijgen als er maar genoeg druk op staat. Iedereen heeft immers een grens van wat zijn zenuwstelstel aankan, waar die grens ook ligt.  

Het verschil is dat het bij mensen met autisme vaker uit het niets lijkt te komen. Dat komt doordat mensen met autisme stress kunnen hebben van dingen die voor andere mensen normaal of zelfs ontspannend zijn. Denk aan verjaardagsvisite, gezelschapsspelletjes spelen, televisie kijken, uitgaan, praatjes over ditjes en datjes, winkelen, etc. Al deze activiteiten doen een beroep op vaardigheden die veel mensen met autisme meer moeite kosten dan andere mensen. Vaak doen mensen met autisme dan ook nog eens heel hard hun best om daar niets van te laten merken. En ook dat kost bakken met energie.  

Window of tolerance

Je kunt beter met je autisme en gevoeligheid voor overbelasting leren omgaan als je weet waarvan je overprikkeld raakt en wat er juist voor zorgt dat je weer tot rust komt.

Laatst vertelde iemand me over de zogenaamde window of tolerance. Dat is een denkbeeldig venster waarbinnen je je uitsluitend richt op datgene waarvoor je voldoende concentratie en denkvermogen kunt opbrengen. De rest valt erbuiten, omdat het teveel stress geeft. Als je oké bent, dan is je window op zijn grootst en kun je best wat stress aan. Maar als je overprikkeld bent, dan moet je je venster aanpassen. Op die manier kun je toch nog functioneren en voorkom je overbelasting.  

Ik heb regelmatig het gevoel dat mijn hersenen bepaalde dingen automatisch op een laag standje zetten wanneer ik overprikkeld raak; een soort energiebesparende modus. Er wordt me door mijn eigen hoofd een kleinere window of tolerance opgelegd. Helaas vallen er dan ook dingen buiten die window, waar ik wel graag mijn hoofd bij had gehouden. Dan ligt mijn portemonnee bijvoorbeeld ineens nog ergens in de winkel waar ik boodschappen probeerde te doen, maar waar ik al zo overprikkeld was dat ik niet meer wist wat ik nodig had. Dus dan zit ik thuis met de verkeerde boodschappen en volledig in de stress over die portemonnee. Het is toen wel goed gekomen, maar handig was het niet.

Vooruit denken

Daarom probeer ik vooruit te denken, nog voordat ik overprikkeld raak. Ik pas dus mijn window of tolerance preventief aan, nog vóórdat mijn hersenen me automatisch gaan proberen te redden. Als ik bijvoorbeeld zie dat er een drukke of spannende dag aankomt, dan ga ik niet ook nog de badkamer soppen, hoe goed ik me op dat moment ook voel. En dan ga ik ook geen boodschappen doen. En wat ik wel echt moet doen splits ik in kleine delen of in losse stappen, zodat er geen twee dingen tegelijk hoeven te gebeuren. Dat valt niet mee als moeder van drie kinderen, maar oefening baart kunst.

Kleine triggers

Last but not least: overprikkeling ontstaat vaak door allemaal kleine dingen bij elkaar. Het loont enorm om al die kleine irritaties in kaart te brengen en te kijken hoe je die kunt elimineren of dempen. Het lijkt soms om bijna niets te gaan, maar alle beetjes helpen. Probeer het gewoon eens uit. Zet die tikkende klok in een andere kamer. Dim het licht of zet een zonnebril op. Gebruik oordoppen of een koptelefoon. Zet je telefoon op stil. Draag alleen kleding en schoenen die echt lekker zitten, etc.

Begrip

En ja…wat eerlijk gezegd ook enorm zou helpen om meltdowns te voorkomen…

…is begrip en respect voor de grenzen die ieder mens heeft en lief zijn voor een ander, altijd. Je weet immers nooit precies waarom iemand doet zoals hij doet. Je weet zelfs niet of de persoon die naast je staat te glimlachen misschien ondertussen zijn uiterste best staat te doen om niet in te storten. Ik wéét uit ervaring dat het zo kan zijn, veel vaker dan je zou vermoeden.

Begin bij jezelf en gun ook jezelf je grenzen en rust. Zelf vind ik die rust het meest als ik de nabijheid van God zoek.

 “Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht” Matteus 11:29-30 NBG

Wil je meer lezen over dit onderwerp? Lees dan ook mijn andere blogs. Ik hoor heel graag wat je ervan vond en of je er iets aan hebt gehad. Ik heb ook een boek geschreven: ‘Aan mij zie je niets’.