misvattingen Archieven - Zo kun je 't ook zien

1. Mensen met autisme kunnen maar beter niet aan kinderen beginnen.

Waarom niet?

Onder begeleiding kan het in sommige gevallen best wel.

Nee, want zulke kinderen komen van alles aan liefde en aandacht tekort.

Bezint eer ge begint, want iemand met autisme kan het ouderschap waarschijnlijk niet aan. Het zal dus voornamelijk op een ander aankomen.

2. Mensen met autisme snappen geen spreekwoorden en beeldspraak.

Wedstrijdje doen?

Dat is moeilijk voor ze, omdat ze niet automatisch de link zien tussen het beeld en datgene wat ermee bedoeld wordt.

Dat komt doordat ze geneigd zijn om alles letterlijk te nemen.

Ze vinden beeldspraak minder interessant, omdat ze zich er moeilijk iets bij kunnen voorstellen.

3. Mensen met autisme zijn dol op repetitieve karweitjes.

Dat is alleen zo als ze overprikkeld zijn.

Juist niet. Mensen met autisme gaan zich dan al snel vervelen.

Dat geldt voor sommige mensen met autisme wel en voor andere niet.

O ja, heerlijk; gedachten op oneindig en gaan.

4. Mensen met autisme zijn vaak ongevoelig.

Klopt.

Ze hebben wel gevoel, maar beleven dat soms anders.

Ze hebben wel gevoel, maar minder.

Ze hebben wel gevoel, maar kunnen dat niet altijd goed uiten.

5. Iedereen is wel een beetje autistisch.

Misschien wel, want wie bepaalt er eigenlijk wat normaal is?

Ja, want autisme bestaat uit een aantal kenmerken die iedereen min of meer heeft.

Ja en nee, want autisme is een spectrumstoornis en het ligt er maar net aan hoe breed je dat spectrum trekt.

Nee, niet iedereen is wel een beetje autistisch.

6. Mensen met autisme houden niet van knuffelen.

Oké dan, als jij het dan zo graag wilt. Als het maar niet te lang is.

Dat is alleen wanneer het onverwacht is.

Dat verschilt per persoon en per situatie.

O nee, daar moet iemand met autisme inderdaad niets van hebben.

7. Mensen met autisme hebben altijd iets waar ze heel veel over weten of waar ze opvallend goed in zijn.

Iederéén heeft zijn eigen interesses en talenten, niet alleen mensen met autisme.

Ja, dit is nu juist een van de sterke punten van autisme.

Voor veel mensen met autisme geldt dit inderdaad, maar heus niet voor allemaal.

Dat geldt bijna alleen maar voor jongens en mannen met autisme. Meisjes en vrouwen hebben dat stukken minder.

8. Mensen met autisme houden niet van uitgaan.

Iemand die echt autisme heeft wordt daar inderdaad niet blij van.

Dat kun je beter even aan de desbetreffende persoon vragen

Niet als het onverwacht is of als ze niet precies weten waarheen en met wie.

Nou, misschien een rustig uitje naar de bibliotheek of naar een museum.

9. Mensen met autisme kunnen niet samenwerken.

Dat klopt. Daarom werken ze ook het liefst alleen.

Dat is vooral een probleem als het in een grote groep is.

Ze kunnen alleen samenwerken als ze de leiding hebben en als iedereen doet wat zij willen.

Samenwerken kun je leren.

10. Je merkt dat iemand autisme heeft, doordat hij of zij minder sociaal is.

Dat verschilt per persoon, net zoals bij mensen zonder autisme trouwens.

Ja, dat klopt wel. Daar merk je het meestal als eerste aan.

Dat ligt aan de situatie.

Niet waar!

11. Autisme is een mentale ziekte.

Nee, autisme is gewoon een verzameling karaktertrekken die veel lijkt op bijvoorbeeld hooggevoeligheid.

Nee. Autisme is geen ziekte.

Ja, want je moet voor een diagnose naar de psychiater.

Ja, want mensen met autisme hebben allerlei psychische problemen.

12. Een echte autist haal je er zo uit.

Je kunt niet aan iemand zien of hij of zij autisme heeft.

Aan de een zie je het meer dan aan de ander.

Er zijn mensen met een zeer lichte vorm van autisme, maar ‘echt’ autisme valt meteen op.

Je kunt het niet altijd zien aan het uiterlijk, maar meestal wel aan de gedragingen.

13. Mensen met autisme zijn minder intelligent.

Ze zijn vaak heel slim op bepaalde gebieden, maar op andere weer veel minder, dus dat is niet te zeggen.

Onzin.

Ze zijn wel vaak intelligent, maar kunnen door hun beperkingen vaak geen reguliere opleiding afmaken.

Mensen met autisme zijn verstandelijk beperkt of hyperintelligent.

14. Bij iemand met autisme thuis is het altijd opgeruimd en schoon.

Haha, vergeet het maar!

Hierin bestaan bijna net zoveel verschillen als er mensen met autisme zijn.

Ja niet normaal, op het dwangneurotische af!

Nou ja…als het even kan liever wel, maar ja…

15. Mensen met autisme maken geen oogcontact.

Dat is alleen maar soms zo.

Als mensen met autisme oogcontact maken is het op een vreemde manier. Ze staren of kijken steeds weg.

Dat is niet voor iedereen met autisme hetzelfde.

Ze kunnen het wel, maar het wordt als intens of irritant ervaren en daarom vermeden.

16. Mensen met autisme kunnen niet tegen een grapje.

Nee inderdaad. Vooral als het over hen gaat zijn ze behoorlijk snel op hun tenen getrapt.

Dat komt doordat ze bijna alles letterlijk nemen en dan de grap missen.

Ze vinden het soms best leuk, maar zijn vaak te traag van begrip om grappen goed te kunnen volgen.

Dat wisselt. Vaak hebben mensen met autisme een heel eigen gevoel voor humor.

17. Als je autisme hebt ben je keigoed in exacte vakken en kun je goed met computers overweg.

Niet waar. Veel mensen met autisme denken logisch en analytisch, maar daarmee zijn ze niet automatisch goed in exacte vakken of informatica.

Was dat maar zo…

Dat geldt vrijwel alleen voor jongens. Meisjes zijn juist beter in taal en geschiedenis en zo.

Dat is alleen zo als het toevallig hun bijzondere interesse heeft.

18. Een huwelijk met iemand met autisme is afzien.

Absoluut! In een huwelijk waarin je elkaar vaak niet begrijpt kun je je ongelooflijk eenzaam voelen.

Klopt, want het is moeilijk om een wederkerige relatie op te bouwen met iemand die vooral in zijn of haar eigen wereldje leeft.

Dat geldt net zo goed voor ieder ander huwelijk waarin mensen elkaar alleen maar proberen te veranderen.

Dat hoeft helemaal niet. Er bestaan ook heel wat gelukkige huwelijken waarin één of beide partners autisme hebben.

19. Mensen met autisme kunnen zich niet inleven in andere mensen.

Ze kunnen zich wel inleven, maar het gaat niet automatisch.

Het zich inleven in een ander gaat bij mensen met autisme anders en daardoor sluit het niet altijd goed aan bij de beleving van de meeste andere mensen.

Dat komt omdat ze anderen alleen maar kunnen zien vanuit zichzelf.

Het gaat moeilijk, maar ze kunnen het wel leren.

20. Mensen met autisme kunnen geen autorijden.

Dat geldt vooral voor vrouwen, maar dat is ook zonder autisme al zo.

Dat is niet voor alle mensen met autisme hetzelfde.

Ze kunnen wel rijden, maar ze raken snel vermoeid en houden het dus niet zo lang vol.

Dat klopt. Ze raken snel het overzicht kwijt en maken dan teveel fouten.

Tag: misvattingen

AutiQuiz, feit of mythe?

Wat weet jij eigenlijk van autisme?