Autisme en het nieuwe normaal

Een gehavende vlinder

Het nieuwe normaal?

Corona is voorbij, maar niet helemaal. Het virus waart nog altijd rond en het kan dus ook weer opleven, altijd, overal. Het zal voorlopig bij ons blijven en niemand weet hoe lang nog. Misschien wel voor altijd. Dit is het nieuwe normaal, zeggen ze.

Ik vind het een verwarrende term, dat ‘nieuwe normaal’. Sommige dingen hadden altijd al normaal moeten zijn en zijn helemaal niet nieuw, zoals netjes je handen wassen en je best doen om een ander niet te bespatten met jouw snot en spuug. Andere dingen zijn wel nieuw, maar verre van normaal, zoals strikt anderhalve meter uit elkaar blijven, mondkapjes dragen en zoveel mogelijk thuis werken. Dat het toch normaal genoemd word, maakt me bang, want wat gaan ze straks allemaal nog meer ‘normaal’ verklaren?

Er zijn weer kerkdiensten

Gelukkig komt er ook weer wat oud normaal terug, al is het dan enigszins gehavend door allerlei maatregelen. Na de scholen en de horeca zijn nu bijvoorbeeld ook sommige kerken weer open. De onze ook.

In de diensten gaat het anders. Er mogen dingen niet meer en andere dingen moeten wel. We mogen niet dicht bij elkaar komen, moeten onze namen opschrijven, onze handen desinfecteren en pijlen volgen. De ruimte waar we samenkomen heeft een tribune met lijnen en kruizen van waar je wel en niet mag zitten, die onduidelijk zijn, zodat niemand er iets mee doet. Of lijkt dat maar zo en ben ik de enige die het niet snapt?

Zingen mag gelukkig wel, tot een bepaalde tijd, waarna de mensen die niet mee durven te zingen erbij komen. Door te zingen lijkt het even alsof nieuw normaal niet bestaat. Wat een opluchting!

Ieder heeft iets

Vorige week zondag hadden we een ieder-heeft-iets-dienst. Dat betekent dat we geen spreker hebben en dat iedereen die dat wil vooraan iets mag delen.

De voorganger opende de dienst met wat voorbeelden ter inspiratie: er was bijvoorbeeld iemand die tijdens haar vakantie allemaal foto’s van prachtige vlinders op facebook had geplaatst.

Dat was ik.

En ik wilde nog meer delen dan alleen vlinders. Terwijl anderen de spits afbeten, draaiden mijn hersenen op volle toeren. Ik probeerde me voor te stellen hoe ik zou vertellen over hoe heftig het thuis was toen de scholen dichtgingen, maar hoe goed de kinderen het uiteindelijk hadden gedaan, tegen alle verwachtingen in. Een bemoedigend verhaal, maar dan moest ik wel beginnen met vertellen over de problemen thuis. Zou dat niet zeurderig zijn?

Over mijn boek dan? Mijn eerste boek is net uitgekomen en dat vind ik best spannend. Of zou dat teveel op zelfreclame lijken? Misschien niet zo passend voor deze dienst.

Dat waren de leuke dingen die ik wilde delen. Maar eigenlijk voelde ik me vooral bezorgd en verdrietig om mijn jongste die zo slecht eet, dat we hem onder begeleiding opnieuw moeten leren eten en die zo overgevoelig is dat hij sinds de lockdown geen ondergoed meer verdraagt en alleen joggingbroeken aan wil. Ik kon daarvoor om gebed vragen, maar dan zou ik vast en zeker gaan huilen en wellicht zelf overprikkeld raken. Kon ik dat aan?

Toch maar de vlinders dan?

De vlinders waren al zo goed als aangekondigd, dus dat was in elk geval goed. En misschien had ik daarna wel de moed om ook nog om gebed te vragen…

Ondertussen vlinderde de een na de ander naar beneden om zijn of haar verhaal te delen, steeds voor ik de kans kreeg om op te staan. Hoe deden ze dat toch?

Ik kon beneden gaan wachten naast het podium. Dan kwam ik vanzelf aan de beurt. Maar waarom deed niemand anders dat dan? Was dat misschien omdat de tijd al bijna om was?

Waar bleef je nou?

Er werd nog om een laatste lied gevraagd, dat de band alleen zou zingen. Ter compensatie noemde ik een lied dat me veel troost had gebracht in wat ik had willen delen: ‘Vandaag’ van Kinga Bán. Maar dat lied konden ze niet vinden. Iemand anders koos een ander lied, waarna alle kansen voorbij waren.

De voorganger kwam na de dienst meteen naar me toe: ‘Bianca, waar bleef je nou? Ik had je vlinders expres genoemd en ik dacht nog aan je boek. Ik had verwacht dat je minstens dertig minuten het podium in beslag zou nemen.’

Meteen wist ik dat ik naar de verkeerde stem uit mijn hart had geluisterd en ik was teleurgesteld in mezelf. Als je iets waar je vol van bent of waar je mee zit niet eens kan delen op een plek als deze, waar je de mensen kunt vertrouwen, dan mis je toch iets.

Wat miste ik dan?

Verbondenheid

Pas later begreep ik wat het was: ik miste verbondenheid. Ik kan op mijn manier wel meeleven met een ander, maar andersom mis ik het gevoel dat mijn eigen vreugde en verdriet niet alleen mij maar aangaan. En in de coronatijd is dat alleen maar duidelijker geworden.

Feitelijk ben ik emotioneel nog steeds in lockdown, niet meer door corona, maar door mijn autisme. Omdat ik het zo moeilijk vind om te weten wanneer het oké is om iets te delen. En omdat ik me zo afgewezen voel als ik merk – of denk – dat ik weer eens drammerig, langdradig of betweterig gevonden word. Omdat de pijn daarvan soms ook de kop opsteekt als ik weet dat mensen het goede met me voorhebben.

Het echte nieuwe normaal

Deze dienst is het nog niet gelukt en dat is jammer, maar het geeft niet. Ik mag blijven oefenen, tot ik niet alleen weet, maar ook voel, dat ik niets anders hoef dan er gewoon te zijn, met mijn vreugde en mijn pijn. En dat dat voor God goed genoeg is en nooit fout: Gods nieuwe normaal in mij.

‘En Hij, die op de troon gezeten is, zei: “Zie, Ik maak alle dingen nieuw.”-Ik hoorde zeggen: “Schrijf het op. want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.” Openbaring 21:5

‘Dit is vandaag en het is alles wat je hebt. Morgen komt later en gisteren is alweer weg. Dit is vandaag, met zijn vreugde en zijn pijn en je hoeft maar een ding te doen: dat is er zijn.’ Kinga Bán

Als je nog meer wilt lezen: Ik heb een autobiografisch boek geschreven. Het heet: ‘Aan mij zie je niets’. Klik hier voor meer info.