Muziek en autisme

In coronatijd hebben mijn pianiste en ik samen een aantal verrassingsconcerten gegeven bij kwetsbare ( lees: oudere) mensen in de achtertuin. Dat ging ongeveer zo: bloempotten opzij, digitale piano op de tuintafel, verlengsnoer eraan, wasknijpers paraat tegen het wegwaaien van de bladmuziek…en spelen maar! De vogeltjes zongen spontaan met ons mee, de mensen keken onuitsprekelijk gelukkig en de (klein)kinderen dansten op het terras.

En wij dachten: zo is muziek nou bedoeld!

Muziek als springplank

Maar muziek is meer dan alleen maar mooi en leuk. De laatste jaren ontdekken wetenschappers steeds meer over de invloed van muziek op ons brein. Wist je dat muziek een enorme – en lang onderschatte – impact heeft op de algehele ontwikkeling van kinderen en volwassenen?

Muziek is eigenlijk een soort springplank voor onze ontwikkeling!

Kijk maar eens naar dit filmpje, waarop in vijf minuten beeldend wordt uitgelegd wat muziek doet in ons hoofd:

De laatste jaren gaan er daarom stemmen op om muziekonderwijs meer toegankelijk te maken en om het aan te bieden als vast onderdeel van het lesprogramma op basisscholen. Ook in verzorgingstehuizen en voor mensen met een beperking wordt steeds meer gebruik gemaakt van muziek.

Muziek en autisme

Muziek luisteren en vooral muziek maken heeft volgens onderzoekers dus grote voordelen voor je brein, vooral als je hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. Het traint o.a. de auditieve, creatieve, motorische, taalvaardige, wiskundige en sociale vaardigheden van een kind, maar ook van volwassenen.

Dat maakt muziek tot een ware powertool voor de ontwikkeling van mensen met autisme. Voor kinderen en jongeren met autisme bestaat er zelfs een speciale stichting die muziektherapie gebruikt als middel om beter met autisme te leren omgaan; Stichting Papageno. Via deze link kun je er meer over lezen.

Er zijn nog meer voordelen aan de combi muziek en autisme:

  • De muziekles kan een ideale en veilige plek zijn om mensen met autisme te coachen. Mijn eigen muzikale ontwikkeling was één groot coachingsproject, ook al wist ik toen nog niet eens dat ik autisme had!
  • Muziek maken is leuk en boeiend. Daarbij is het een enorme opsteker voor het zelfvertrouwen als je met een paar toontjes al iets moois kunt spelen. Zeker als je merkt dat je op den duur steeds een beetje meer kunt.
  • Muziekles en leren samenspelen heeft in de moeilijkste periodes van mijn leven bijna alles betekend voor mijn eigenwaarde en zelfvertrouwen. Als kind en jongvolwassene heeft het me geholpen om anders tegen problemen aan te kijken en om creatief te zoeken naar manieren om dingen tóch voor elkaar te krijgen.
  • Tijdens de muziekles kun je leren voelen hoe je lichaam en je hoofd zich ontspannen. Deze dingen hoor je namelijk direct terug in hoe je speelt en vooral in de klank die je maakt. Als je gestrest bent of je spant je spieren teveel aan, kun je de muziek niet relaxed laten klinken, zelfs een slaapliedje niet. De ziel is er dan uit, je aandacht is er niet bij.
  • In muzikaal gezelschap voel ik me niet langer anders. Dat komt denk ik doordat in kunst, en dus ook in muziek, eigenheid juist een grote pré is.
  • Muziekles en samenspel zijn een veilige manier om sociale vaardigheden te oefenen, juist omdat de focus daar niet op ligt.
  • Last but not least, kan muziek een perfecte en laagdrempelige uitlaatklep zijn voor mensen met autisme, juist omdat je er geen woorden voor nodig hebt. Je kunt ermee zeggen en voelen wat je met woorden niet kunt vatten.

Muziek is voor iedereen

Sommige mensen denken dat muziek maken iets verhevens is, iets wat is voorbehouden aan een groepje getalenteerde en begaafde mensen. Maar ik geloof daar niet in.

Muziek is een universele taal die alle mensen verstaan. Je komt muziek daarom over de hele wereld tegen, overal waar mensen zijn. Zelfs dove mensen zijn muzikaal. Dat merkte ik toen ik een keer een gebarentolk muziek zag uitbeelden met de bezieling, het ritmegevoel en de intensiteit die bij muziek hoort, ook al is het dan zonder geluid. Er bestaan natuurlijk wel verschillen in aanleg, in gevoeligheid voor muziek en ook in muzikale smaak, maar echt amuzikale mensen zijn zeer zeer zeer zeldzaam. Dat zijn mensen die echt helemaal nooit geraakt worden door muziek, op geen enkele manier. Ik ben nog nooit zo iemand tegengekomen.

Muziek is dus voor iedereen, maar wat ik echt heel bijzonder vind aan muziek, is dat het ook voor mensen is die je op een andere manier niet of nauwelijks kunt bereiken. Mensen met vergevorderde dementie, kunnen bijvoorbeeld vaak nog wel bereikt worden met muziek.

Singing in the brain

Muziek helpt mensen met autisme dingen voor elkaar te krijgen waarvan je normaal gesproken zou verwachten dat het heel moeilijk voor ze is. Er zijn kinderen met autisme die niet goed kunnen spreken, maar die zich wel kunnen uitdrukken met muziek. Sommige mensen met autisme die het heel erg lastig vinden om meer complexe emoties te herkennen, kunnen wel helemaal opgaan in de emotie van de muziek en hun eigen gevoel erin leggen. Er zijn mensen met autisme die vrij monotoon praten en weinig voelen bij de stembuigingen van een ander, maar die dat wel kunnen bij een melodie. En zo kan ik wel een tijdje doorgaan. Erik Scherder besteedt hier speciaal aandacht aan in zijn boek ‘Singing in the brain.’  

Het lijkt wel alsof muziek sommige ‘beperkingen’ van autisme min of meer opheft.

Wat is muziek dan eigenlijk voor iets?

Muziek is gewoon geluid. Meer specifiek is het ritme en toon. Nog meer specifiek is het geluid, bestaande uit ritme en toon, dat op een bepaalde manier geordend is waardoor wij het oppikken als muziek. We hebben in de westerse muziek, kort door de bocht, steeds de keuze uit een reeks van zeven verschillende tonen. De onderlinge afstand tussen die tonen veroorzaakt spanning, die in het verloop van de muziek wel of niet wordt opgelost. Die oplossing veroorzaakt het genot dat ons brein eraan beleeft. Veel meer dan dat is muziek eigenlijk niet! Daarom zeg ik wel eens: als je drie tonen kunt spelen, kun je al behoorlijk wat muziek maken.

Voor mij is het een groot mysterie dat muziek ons zo diep kan raken met zoiets simpels. Dat moet wel zijn bedacht door onze Schepper!

Klankduiken

Een boek dat mij bijzonder inspireert en dat aansluit bij de manier waarop ik zelf les heb gehad is het boek ‘Klankduiken’ van Robijn Tilanus. De ondertitel luidt: moeiteloos musiceren voor iedereen in dertig seconden per dag’ (Maar meer mag gelukkig ook van Robijn). De titel alleen al onderstreept voor mij waar muziek over gaat. Muziek mag gecompliceerd zijn, maar dat hoeft niet. Het gaat om het oproepen van spanning en ontspanning, om bezieling, al is het maar in één toon.

Muziek is iets intermenselijks, want het verbindt mensen zonder dat er woorden voor nodig zijn. En muziek is tegelijkertijd bovenmenselijk omdat het boven mensen uitstijgt en mensen boven zichzelf laat uitstijgen.

Vrienden heb je nodig

Waarom dan precies?

‘Vrienden heb je nodig,’ hoor ik vaak. Maar als ik mensen vraag waarom eigenlijk, krijg ik daar nooit een eenduidig antwoord op. Raar toch? Voor iets wat zoveel mensen zo vanzelfsprekend lijken te vinden?

Het is niet zo dat ik zelf denk dat ik geen vrienden nodig heb, want het tegendeel is het geval. Ik snap alleen niet waaróm je vrienden nodig hebt. Als je in Jezus gelooft, zeggen ze, dan ben je toch nooit meer alleen? Waar heb je dan nog iemand anders voor nodig? Ik snap wel dat vriendschappen kostbaar zijn en beregezellig, maar nódig…?

verjaardag

Een paar jaar geleden, toen ik bijna jarig was, dacht ik: misschien moet ik iemand vragen om op mijn verjaardag samen ergens wat te gaan drinken. Ik was jarig op een doordeweekse dag en zou die dag grotendeels alleen doorbrengen, want de kinderen waren naar school en mijn man moest werken. Dat voelde eenzaam.

Ik had wel iemand in gedachten, maar ik wist niet zeker of het misschien een beetje vreemd was om haar daarvoor te vragen. Ik besloot het de zondag ervoor eerst even te checken met iemand uit mijn kerkgemeente, een wijze vrouw op leeftijd. Zij leek te schrikken van mijn vraag en vond dat ik het zeker moest doen: ‘Vrienden heb je nodig, hoor!’

Maar zelfs zij had geen antwoord op de vraag waaróm dan.  

Wat is vriendschap eigenlijk?

Op mijn verjaardag zelf kon die vriendin jammer genoeg niet afspreken. Maar een week later hebben we alsnog samen mijn geboortedag feestelijk gevierd met koffie en gebak.

Maar vriendschap gaat natuurlijk niet alleen maar over wie er allemaal op je verjaardag komt. Ik denk dat je vriendschap nodig hebt voor allerlei verschillende aspecten van het leven. Daarom is elke vriendschap anders en kunnen verschillende vriendschappen ook een andere invulling en een andere diepte hebben. Het ultieme waterdichte antwoord op de vraag wat vriendschap is bestaat dus niet. Het heeft iets te maken met samen sterker. En ook iets van ‘het is niet goed dat de mens alleen zij’. Verder blijft het iets heel persoonlijks.

Social media

Soms worden dingen ineens een stuk duidelijker als je de vraag omdraait. Dus niet: waarom heb je vrienden nodig, maar: waarom kun je niet zónder vriendschap? Voor mij een essentiële vraag, want ik voel me best vaak alleen, ondraaglijk alleen soms. Wat mis ik dan precies als ik me zo voel?

Ik weet wel dat social media niet betrouwbaar zijn. Het gros van de mensen etaleert daar vooral de leuke kanten van zijn of haar leven en er wordt nogal het een en ander aangedikt en opgeleukt. Toch kijk ik ernaar, uit pure nieuwsgierigheid naar hoe andere mensen tegen dingen aankijken en wat zij allemaal doen samen met anderen.

Vaak beuren de dingen die ik lees me op. Soms doen ze een beetje pijn en dat is dan ook meteen het gevaar van social media. Je schijnt er zelfs depressief van te kunnen worden, vooral als je steeds maar leest wat anderen zogenaamd wel hebben en jij niet. En inderdaad: als ik op social media berichten voorbij zie komen over vriendschap, dan vind ik dat soms moeilijk. Vooral nu, in coronatijd, als ik lees dat vrienden elkaar missen, dan denk ik wel eens: mist iemand mij eigenlijk?

Vriendschap lijkt wel zoiets te zijn als een klein zaadje dat toevallig in de goede grond moet vallen en dat zelfs dan niet altijd voldoende kans krijgt om tot bloei te komen. En hoe meer je je best ervoor doet, hoe meer het mislukt omdat vriendschap nu eenmaal niet geforceerd kan worden. Net zoals je een plantje niet uit zijn zaadje kunt pellen zonder het stuk te maken. Ik weet niet of dit helemaal zo klopt, maar ik denk het soms.

Maar dit weet ik wel zeker

Jezus had vrienden waar hij jarenlang dag en nacht mee optrok. Als dat niet genoeg is voor het ontstaan van een hechte vriendschap, dan weet ik het niet meer! Jezus en zijn vrienden hielden oprecht van elkaar. Jezus ging zelfs zo ver dat Hij zijn eigen leven wilde geven voor zijn vrienden. Verder dan dat kan een vriendschap niet gaan.  

Maar in zijn moeilijkste momenten zijn ze bijna allemaal weggevlucht. En niemand van hen heeft het voor Hem opgenomen. Een van hen heeft hem zelfs op een smerige manier verraden, voor geld, en een ander heeft gedaan alsof ze helemaal nooit vrienden waren geweest.

En zo blies Jezus zijn laatste adem uit.

En Hij noemde ze nog steeds zijn vrienden

Ik voel me vaak intens verdrietig als ik merk dat ik niet zo vanzelfsprekend vriendschappen heb als andere mensen. Voor andere mensen ben ik soms wat moeilijker te peilen vanwege mijn andere manier van informatie verwerken. Tegelijkertijd vind ik het zelf ook moeilijk om mensen goed in te schatten en te vertrouwen en dat is misschien nog wel het grootste obstakel.

Maar Jezus noemde zijn discipelen die hem hebben teleurgesteld in zijn allermoeilijkste momenten nog steeds zijn vrienden. Dus met Jezus kan ik leren om wel vriendschap te ervaren en er niet bang voor te zijn, want Hij is mij hierin voorgegaan, op een veel afschuwelijker manier dan ik zelf ooit zal meemaken. Ik mag dus een vriendin zijn, zelfs op momenten dat het voelt alsof niemand mijn vriendschap beantwoordt, want Jezus deed dat ook.

Als ik naar het leven van Jezus kijk, dan denk ik:

Misschien heeft de mens het niet in de eerste plaats nodig om vrienden te hebben. Misschien heeft de mens het veel eerder nodig om er op aarde te mogen zijn voor anderen, met de liefde die hij daarvoor van God ontvangt, net zoals Jezus dat deed. Ik lees nergens in de Bijbel dat God ons oproept om vrienden te hebben, maar wel om een vriend te zijn. En dan krijg je wat je verder nodig hebt wel van Hem, want Hij weet er immers van. Ook Job moest bijvoorbeeld eerst voor zijn vrienden bidden, die hem waren afgevallen, voordat hij zelf gezegend werd

Ik weet niet wat jij ervan vindt, maar ik vind dit een bevrijdende gedachte, veel beter, veel duidelijker, veel uitvoerbaarder en veel genuanceerder dan alleen maar: vrienden heb je nodig.

“Behandel anderen zoals je wilt dat ze jou behandelen.”

Lucas 6:31

“Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God.”

1 Johannes 4:7

Autisme als knotwilg

Ik hield nooit van knotwilgen

Ik houd ervan om de natuur z’n gang te laten gaan en droom van dingen waar de mens nog niet met zijn tengels aan heeft gezeten. Deze bomen symboliseren voor mij precies het tegenovergestelde van dat. Steeds als ze zich enthousiast uitstrekken is het de mens teveel en worden ze beknot. Omdat er niet genoeg ruimte is of omdat ze uitsteken in het keurige rijtje van allemaal dezelfde bomen of omdat ze niet voldoen aan een bepaald landschappelijk ideaal.

Net als autisme

Zo dacht ik eerst ook over autisme, toen ik nog niet wist wat dat was. Sommige dingen van autisme zijn hinderlijk en lastig te begrijpen voor andere mensen. Als je autisme hebt, kun je daarom eigenlijk nooit helemaal jezelf zijn, zonder dat andere mensen daar wat van vinden en willen dat je je aanpast. Je moet kiezen: of je doet mee met de rest en raakt daardoor steeds weer uitgeput, of je blijft voor altijd een outsider. De meesten doen iets ertussenin, een levensglas vol met afgeroomde autistische zuivel. Of ze doen aan slalom-autisme: ze passen zich soms aan en soms niet.

Ik weet niet zeker tot welke groep ik behoor. Ik denk dat ik een milkshake ben: niet afgeroomd, maar wel flink geschud en bovendien op smaak gebracht door het leven.

Via de milkshake terug naar de knotwilg

Van de knotwilg hield ik dus niet zo, maar in de loop van de tijd ben ik deze boom meer en meer gaan waarderen. Hij loopt namelijk ieder voorjaar prachtig uit en dan komen er allemaal vogels in buurten, die je in heel hoge en volle bomen veel moeilijker kunt zien. Ik ben ook gaan waarderen hoe deze sterke bomen als enigen de elementen lijken te doorstaan in open landschap, in bermen en langs sloten. Ik zie hoe mooi ze daar passen, hoe ze met hun wortels de grond bij elkaar houden en hoe ze de ene weide verbinden met de andere, zodat verschillende dieren elkaar makkelijker kunnen vinden.

Maar waarom worden ze eigenlijk geknot?

Wie zoekt die vindt en ik vond mijn antwoord op het bijna-alwetende google:

Knotwilgen zijn gewone wilgen, die zonder knotten onder hun eigen gewicht zouden scheuren. Dat klopt, want ik heb dat al heel vaak gezien na een storm, zo’n oerwilg die voor de helft ter water was gezegen en vervolgens omgezaagd werd. Met recht een treurwilg.

Zo is het met autisme ook, zo associeerde mijn brein langs talloze zenuwbanen en ongeknotte hersengebieden.

Mensen met autisme zijn heel gewone mensen. En wij hoeven dus ook niet geknot te worden, omdat we onszelf niet zouden mogen zijn, maar om te worden wie we wèl zijn. Om gezond te blijven, moeten we onszelf namelijk beschermen door onszelf niet te overvragen. Als we ons leven net zo zouden inrichten als de meeste niet-autistische mensen zouden we bezwijken onder de overload aan informatie en stress, want ons brein verwerkt nu eenmaal veel meer details. Dat is geen afwijking, dat is gewoon een andere manier van informatie verwerken, met voor en nadelen. Al die informatie komt keihard en ongefilterd binnen en daar moeten we dus af en toe in snoeien.

Omdat wij anders zijn en liever wat minder prikkels tegelijk te verwerken krijgen, gedijen velen van ons niet goed in een groot en druk bos met allemaal hoge bomen die elkaar beschutting bieden, maar die ook met elkaar moeten concurreren om voldoende licht op te vangen.

De eenzame knotwilg

Het lijkt een eenzaam lot, gedoemd te zijn tot een leven buiten het gezellige sociale bos, in een verstild landschap waar de elementen vrij spel hebben. Maar ik ontdekte nog iets anders, iets van een poëtische en huiveringwekkende schoonheid. Iets wat alleen maar bedacht kan zijn door onze Schepper:

Doordat de wilg niet helemaal geknot wordt, maar er nog een paar centimeter van zijn takken blijft staan, kan het hemelwater daartussen blijven staan en op zijn stam inwerken. Die begint daardoor te rotten. Het lijkt alsof de boom daarmee verloren gaat, maar dat is niet zo; juist niet! De boom krijgt door dat proces ruimte vanbinnen en daarin vinden allerlei dieren bescherming. De boom gaat er niet dood van en groeit en bloeit gewoon door. Hij wordt er zelfs nog sterker en mooier van.

Net als die geknotte wilg, voelt autisme soms eenzaam en beperkt, maar autisme kan ook waardevolle en mooie eigenschappen meebrengen. Juist doordat mensen met autisme anders waarnemen en doordat velen van hen aan het leven geleden hebben, hebben ze vaak veel ruimte en warmte in hun hart voor wie ook anders is. Ze kunnen goed luisteren en slaan een brug tussen culturen en generaties, tussen het ene en het andere bos.

Het is voorjaar en ik zie de knotwilgen alweer groen worden. Ik kan niet wachten tot ze uitlopen!

‘Al heb je een geloof zo klein als een mosterdzaadje, het groeit uit tot de grootste onder de planten. Al lijkt het nietig en grauw, het wordt een groene struik en de mooiste vogels komen nestelen in zijn takken.’ – naar Matt. 13:32

Meer lezen? Kijk dan gerust verder op deze site. Ik heb ook een autobiografie geschreven, die afgelopen september is uitgekomen. ‘Aan mij zie je niets’