Autisme doet schrijven

Waarom gaan zoveel mensen met autisme schrijven?

Aan het schrijven van mijn boek is een heel traject vooraf gegaan. Je kunt wel spreken van een forse carrière switch, want ooit was ik jurist en schreef ik vooral juridische stukken en brieven aan instanties en cliënten. Nu schrijf ik voor de kunst en dat past veel beter bij mij, al is het een compleet nieuwe wereld die ik betreed.

In mijn autodidactisch geleide proces van omscholing, viel me op dat er wel meer mensen met autisme zijn die schrijven, al dan niet over hun autisme. Opvallend veel zelfs. Waarom is dat zo?

Zijn mensen met autisme goed in schrijven?

Toen ik zelf voor het eerst met de gedachte speelde om een boek te gaan schrijven dacht ik dat ik daar door mijn autisme vast niet zo goed zou zijn. Je verhaal goed overbrengen op iemand vraagt immers veel van je voorstellingsvermogen en sociale vaardigheden, dingen die mensen met autisme vaak extra moeite kosten. Bovendien hadden mensen in real life al weinig geduld om te luisteren naar wat mij persoonlijk boeide of bezig hield. Waarom zouden ze dan in vredesnaam wel een heel boek van me willen lezen? 

‘Maar autistische vrouwen zijn vaak JUIST goed in schrijven, ’ zei iemand tegen me. Ze was iemand die met mensen met autisme begeleidt, dus zij kon het weten. In diezelfde periode zag ik een interview op de tv met de succesvolle schrijfster Judith Visser, die ook autisme heeft. Dat gaf me moed. Ik begon me door hele stapels schrijfboeken heen te werken, verzamelde feedback op schrijversforums en deed mee aan schrijfwedstrijden. Pas toen ik me voldoende zeker voelde, begon ik aan mijn boek. En ik genoot.

Doe wat bij je past: niet schrijven is ook goed

Ik vind schrijven inmiddels een echte aanrader als je autisme hebt, maar iedereen is anders. Als jij NIET van schrijven houdt, dan is dat helemaal oké. Jezelf uiten en je verhaal vertellen kan namelijk op vele andere manieren, bijvoorbeeld door te tekenen, door muziek te maken of door te vloggen, etc. Een combinatie van verschillende dingen mag ook. Doe wat bij je past! Voor mij is het bijvoorbeeld een combi van muziek maken en schrijven.

Schrijven is voor veel mensen met autisme fijn, want:

  • Je kunt je volle hoofd ermee legen op papier. Bovendien kun je het achteraf teruglezen en constateren dat wat je dacht zo raar nog niet was. Echt waar: meestal valt het reuze mee.
  • Een diagnose autisme krijgen en verwerken is best een heftig proces, zeker als je al wat ouder bent, want dan heb je meer levensjaren en vaak ook meer narigheid om te evalueren. Schrijven kan dan een therapie zijn om daarmee om te leren gaan.
  • Dat je hersenen informatie anders verwerken, beïnvloedt onvermijdelijk je schrijfstijl. Je schrijfstem kan bijvoorbeeld zeer authentiek zijn, met veel outside-the-box beeldspraak, oog voor details en een eigen humor. Als je dit soort eigenschappen goed leert doseren en variëren, kun je als auteur verrassend uit de hoek komen.
  • Autisten hebben focus. Bijna niemand is zo gestoord om een jaar lang dag en nacht alleen maar met schrijven bezig te zijn, net zo lang tot het resultaat is wat het moet zijn, maar voor veel autisten is dit soort extreme focus een lifestyle en een genot.
  • Als je schrijft is niets van wat je ervaart nog zinloos, zelfs de narigheid die het hebben van autisme soms met zich meebrengt niet. Alles kan namelijk gebruikt worden als inspiratie voor het schrijven. Ik heb daarom altijd een boekje en een pen op zak.
  • Schrijven overbrugt waar veel mensen met autisme tegenaan lopen: dat het vaak zo moeilijk is om aan anderen over te brengen wat je wilt zeggen. Gesprekken gaan vaak te snel en over teveel kanalen tegelijk om überhaupt te kunnen weten hoe je overkomt. Bij schrijven is dat niet zo. Het is alleen jij en de tekst. Al schrijvend kun je je gedachten vormen door aan de woorden en zinnen te blijven schaven, net zo lang tot je de juiste toon hebt gevonden.

Schrijven brengt erkenning en begrip

Afgelopen zondag mocht ik in mijn kerk over mijn boek vertellen. Door de derde coronagolf was dat al weken uitgesteld. Nu ging het wel door, met een kleine groep fysiek aanwezigen en de rest online. Iedereen wist ondertussen allang dat ik een boek had geschreven en ik dacht: wat moet ik deze mensen nog voor nieuws vertellen? Moest ik persoonlijke dingen uit het boek gaan toelichten? Maar ik vind persoonlijke dingen delen vanaf een podium moeilijk! Mijn hele leven heb ik juist van alles binnen gehouden en erover praten voelt voor mij al snel als zeuren.

Toen dacht ik: het gaat ook niet om mij, maar om wat God voor mij heeft gedaan. En dat is altijd een goed verhaal om te delen.

Ik vertelde over de pijn van het niet begrepen worden, van de afwijzing, de dingen die me zijn overkomen, het niet begrijpen waarom, de moeite van nu. Hoe ik het van me afschreef, steeds maar weer. Hoe dat een boodschap werd die ik wilde uitdragen en hoe die boodschap een boek werd.

Nadat er voor mij en mijn gezin gebeden was, begonnen de mensen te klappen. En ik hield het boek omhoog, als een overwinningstrofee met de titel:

Aan mij zie je niets – Hoe mijn autisme drievoudig gezegend werd’

‘Voor alles wat er gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel…Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken.’ Prediker 3: 1 en 7 NBG

Blame your Shame, over schaamte en blokkeren

Een meerkoet zwemt weg in donker water waar de zon op reflecteert.

Engelse les

‘Bianca, begin jij maar met lezen.’

Even leek het alsof ik in een tijdsvacuüm gevangen zat, in een vastgelopen film. Mijn hart sloeg een paar slagen over en gaf daarna een harde bonk. Het suisde in mijn oren, mijn handen trilden en ik kreeg het warm en meteen daarna ijskoud. Achter me voelde ik hoe die ene jongen en zijn vriend alvast zaten te gniffelen. Ik begon te lezen en luisterde naar mijn eigen stem, dun en hees. En zoals altijd, hoorde ik hoe die jongen me zachtjes napraatte met een rare stem, ieder woord, elke fout die ik maakte. En natuurlijk gebeurde het ook nu: mijn hoofd liep vol met knikkers en mijn tong veranderde in een zeem. De klas werd rumoerig, mijn gezicht gloeide en ik had het gevoel dat ik moest overgeven, terwijl mijn gedachten zich herhaalden: ik kan het niet, ik kan het niet.

De stem van de schaamte

‘Zou jij me willen helpen met mijn Engelse huiswerk?’ vroeg een buitenlandse orkestgenoot me jaren later in een aandoenlijk gebroken Engels. Ze sloeg haar boek open en wees erin: ‘Hoe spreek je dit uit?’

Waarom vroeg ze het in hemelsnaam aan mij? Ik keek om me heen, maar gelukkig lette er niemand op ons. En het was hier trouwens niet zoals in mijn klas op de middelbare school, al voelde dat wel zo. Het voelde altijd nog zo.

Na de pauze tikte een altviolist me aan: ‘Als jij vwo hebt gedaan, moet je je echt diep schamen voor je Engels.’ Meteen hoorde ik weer die stem, die rare zachte stem vlak achter me die alles wat ik dacht of zei nadeed.

Die stem had gelijk: ik zou het nooit leren. En ik moest me diep, diep schamen.

Exposure therapie

Tijdens en na mijn studie ontmoette ik mensen met wie ik Engels moest spreken en reisde ik naar landen waar Engels de voertaal is. Ook vandaag de dag ga ik regelmatig om met mensen met wie ik Engels spreek. Zo vorm ik een duo met een pianiste, met wie ik voornamelijk in het Engels communiceer. De angst en de pijn zitten er nog, maar ik doe het. Ik heb het nu immers al zo vaak gedaan, dwars door mijn schaamte heen. Het is eigenlijk een doorlopende confrontatie therapie, die wel enige routine geeft in het leren omgaan met de schaamte, of eigenlijk het onderdrukken ervan, maar die de angel er nooit helemaal uit haalt.

Een paar jaar geleden hadden mijn pianiste en ik een concert, waarbij we ook iets vertelden over ons programma en vragen vanuit het publiek beantwoordden. Na het concert kwam er een vrouw naar me toe. Ze was Amerikaanse en had ‘not a single word’ begrepen van wat ik had verteld, maar ze vond het concert geweldig en was reuze benieuwd: of ik haar soms kort kon bijpraten? Het overviel me en ik was al licht overprikkeld geraakt door het concert. Het gesprek begon goed, maar al snel raakte ik onzeker. Het was niet goed genoeg, niet foutloos, niet voldoende vloeiend. Weer kwam die stem binnenin mij: je moest je diep, diep schamen.

Ik kon niet meer, ik kon echt niet meer.

Schaamte

Schaamte is volgens wikipedia een sterke negatieve emotie ten aanzien van hoe andere mensen jouw gedrag beoordelen of hoe je het zelf beoordeelt. Op zich is het geen verkeerde emotie als het je helpt om rekening te houden met de belangen van anderen, maar schaamte is wel slopend als je er teveel van hebt. Schaamte ontstaan door fysieke of emotionele mishandeling in het verleden, bijvoorbeeld doordat je op school vaak gepest werd, kan je zelfs levenslang in zijn greep houden.

God wil je bemoedigen en enthousiast maken voor zijn plan met jou, maar schaamte voor wie je bent en wat je kunt, dooft juist alle enthousiasme en moed in je uit.  Lees maar wat er gebeurde toen Adam en Eva zich schaamden. Ze verborgen zich voor God en durfden niet meer naar Hem toe te komen. (Gen.3:8).

Schaamte is gif voor jouw verbondenheid met God en daarom moet je ervan af.

Blame your shame

Blame and Shame zijn toxic twins, een giftig tweetal. Ze werken samen: iets of iemand geeft jou het gevoel dat je niet voldoet en dat het bovendien jouw schuld is (blame). En daardoor ga jij je schamen. Die schaamte kan vanbinnen vast gaan zitten en je gezondheid, je emoties en je gedachten verpesten. Zulk soort schaamte levert je niets op. Het biedt geen veiligheid en je komt er ook niet sterker uit.

Wat hiertegen kan helpen is om heel bewust van een afstand naar je schaamte te leren kijken en die te analyseren. Klopt het eigenlijk wel dat je faalt, dat het  jouw schuld is en dat er niets aan te doen is? Als je de uitkomst van deze vragen weet, als je de feiten kent en begrijpt, kun je ervoor kiezen om anders naar jezelf te kijken. En dan komt er plaats voor andere emoties dan die ontmoedigende schaamte, bijvoorbeeld voor verdriet of boosheid. Dat zijn emoties die ook niet leuk zijn, maar die je wel kunt gebruiken om iets aan je situatie te veranderen of om voor jezelf op te komen.

Niet jouw tekortschieten is wat je blokkeert, maar je schaamte.

Mijn eerste stappen

Ik heb mijn eigen schaamte maar eens ontleed. Zo vroeg ik me af, wanneer mijn Engels in mijn eigen ogen dan wel zou voldoen. De conclusie was dat ik me pas echt veilig zou voelen, als er nooit iemand in mijn buurt zou komen die beter Engels spreekt dan ik. Een volkomen onbereikbare lathoogte! Geen wonder dat het maar niet lukt.

Nu heb ik mijn doel bijgesteld naar ‘me meestal comfortabel voelen in het Engels’. En voor dat doel is mijn Engels op zich goed genoeg, want er zijn al zat momenten geweest waarop ik me redelijk oké voelde in een gesprek.

Blijft alleen de noodzaak over om te oefenen met ‘blame the shame.’ Gewoon veel doen, dacht ik. Ik ben daarom allemaal boeken en artikelen in het Engels gaan lezen over allerlei onderwerpen die me interesseren. Steeds als ik een woord of uitdrukking of de juiste uitspraak ervan niet ken en ik voel schaamte opkomen, dan probeer ik dat te zien als een kans om er anders tegenaan te leren kijken. Dan zoek ik het woord op, maar dat mag alleen als ik er zin in heb, niet omdat ik mezelf anders niet leuk meer vind.

Goddelijke humor

Nog maar een paar weken was ik bezig met mijn blame your shame project, toen ik werd gevraagd om instant iemands getuigenis te vertalen van het Spaans naar het Nederlands. Dat zou gebeuren tijdens een kerkdienst, die vanwege corona werd gefilmd om live online uit te zenden. Ik vond het goed. Ik was de laatste tijd wel minder bezig met Spaans, maar bijna niemand anders spreekt die taal, dus ik zou me toch niet op mijn vingers gekeken voelen.

Toen we allebei op het podium stonden en ik volgzaam zijn eerste woorden vertaalde, dacht ik in eerste instantie dat het een grap was. De jongeman deed zijn verhaal namelijk in het …ENGELS!!! De camera was gericht op mij en tegenover me, op de voorste rij stoelen, zat een uit Canada geëmigreerde broeder me recht in het gezicht te kijken. Hij knikte goedkeurend bij elke zin.

Een complot? Nee, dat was al te belachelijk.

‘Wat heb je dat toch keurig uit het Spaans vertaald, schat, ’ zei mijn man die thuis de dienst had gevolgd. Eerst wilde ik hem slaan. In plaats daarvan keek ik omhoog naar de onzichtbare hemel en dacht:

‘Was that You, Lord?’

 ‘Daarom schaamt God zich er niet voor hun God genoemd te worden en heeft Hij voor hen een stad gereedgemaakt.’ – Hebreeën 11:16b

‘If you stumble, make it part of the dance – author unknown

Birthday Blues

Birthday blues???

Ja, het bestaat echt; ik heb het opgezocht. De dagen voor mijn verjaardag zat niet lekker in mijn vel, net als het jaar daarvoor en het jaar daarvoor en ik wilde weten of meer mensen hier last van hebben. Ik typte wat in op google en vond al vrij snel wat mij mankeerde: de birthday blues.

Birthday blues wordt ook wel verjaardagsdepressie genoemd. Persoonlijk vind ik dat wat overdreven, aangezien de term depressie gereserveerd is voor negatieve gevoelens die minstens twee weken aanhouden, met een gemiddelde duur van zes maanden. Een sippe week maakt dus nog geen depressie. ‘Verjaardagsdipje’ zou in dat verband een betere term zijn, alleen zullen sommige mensen dan weer denken aan een sausje waar de genodigden hun chips, kaas en repen komkommer in kunnen dopen.

Enfin, birthday blues dus: een onaangenaam gevoel kort voor of rond de verjaardag, waar sommige mensen echt door van slag kunnen zijn.

Birthday blues is iets heel normaals

Ik dacht dat het heel uitzonderlijk was om somber te zijn om iets feestelijks, maar het schijnt toch best vaak voor te komen. Ik las verschillende persoonlijke blogs en artikelen en wat blijkt? De een is er gevoeliger voor dan de ander, maar het kan in principe iedereen overkomen.

Maar…waarom?

Ik vond een blog dat speciaal ging over de waarom-vraag. Er werden daarin verschillende redenen genoemd waarom mensen verjaardagen moeilijk kunnen vinden, zoals:

  • moeite hebben met het feit dat je ouder wordt
  • te hoge verwachtingen hebben van de grote dag of van de aandacht of de cadeau’s die je hoopt te krijgen
  • een onbevredigend gevoel over wat je het afgelopen jaar hebt bereikt
  • niet tegemoet kunnen komen aan de sociale druk om het meest geweldige verjaardagsfeest ever te geven, vooral als het een jubileumjaar betreft
  • de nog immer onverwerkte teleurstelling dat je verjaardagen lang niet meer zo leuk en spannend zijn als toen je nog een kind was.

Voor mij geldt eigenlijk geen van deze redenen. Dat wil zeggen: de meeste niet meer dan op andere dagen van het jaar. En hoewel het afgelopen jaar best pittig was om op terug te kijken, heb ik ook veel om dankbaar voor te zijn. De kinderen doen het goed op school, we krijgen hulp en begeleiding, mijn eerste boek uit, ik heb allemaal mooie online concerten mogen geven, we zijn niet ziek geworden, etc.

een andere birthday blues babe

Ik vond een andere blog , van een jonge vrouw met psychische problemen die ook opzag tegen haar verjaardag. Haar redenen kwamen iets meer in de buurt van de mijne. Zij vond verjaardagen vooral erg veel werk. Ze vond het ook moeilijk om te accepteren dat er altijd weer mensen zijn die je verjaardag vergeten terwijl je had verwacht of gehoopt dat ze aan je zouden denken. Verder maakte de opgelegde vrolijkheid op deze dag haar extra bewust van haar problemen, vooral als het tijdens de festiviteit vooral over ditjes en datjes ging en zij zelf druk in de weer was en amper aandacht kreeg, terwijl het toch zeker háár verjaardag was.

Dat kunnen dus ook allemaal redenen zijn voor een birthday blues…

Maar die redenen zijn voor mij niet het belangrijkst:

Ik vind verjaardagen inderdaad ook veel werk en ik raak er vrijwel altijd overprikkeld van. Maar dat is voor mij niet de reden om er tegenop te zien. Ik word ook niet treurig als ik niet in het middelpunt van de belangstelling sta, hoewel het natuurlijk saai is als je helemaal geen aanspraak hebt. Dat mensen me misschien vergeten of dat ze op het laatst afzeggen, vind ik droevig, maar geen reden om weg te glijden in zwartgalligheid. Ik vergeet namelijk zelf ook wel eens onbedoeld iemands verjaardag.

En wat visite betreft was er dit jaar sowieso geen ruimte voor teleurstellingen, want vanwege de corona maatregelen kon ik maar enkele personen uitnodigen.

Eenzaamheid

Dat was wat ik na een tijd van zelfreflectie nog het meest passend vond als reden. Mijn birthday blues werd veroorzaakt door het gevoel dat ik anders ben, want daardoor vind ik moeilijk aansluiting bij andere mensen. En een sociale gelegenheid als een verjaardag versterkt dat gevoel van eenzaamheid nog eens.

Logisch.

En toen ik dit eenmaal van mezelf begreep, heb ik er eens goed om zitten snotteren om vijf minuten voor twaalf. Luchtte dat even op!

De gebrokenheid van de schepping

‘Het komt doordat je de gebrokenheid van de Schepping extra voelt rond je verjaardag,’ zei een medechristen.

 ‘Wat?’ reageerde ik vol ongeloof. Die had ik namelijk nog helemaal nergens op Internet gevonden en het leek me in eerste instantie ook nogal vergezocht

Toch dacht ik er even over na… 

‘Dus…ik voel me verdrietig en eenzaam rond mijn verjaardag, omdat ik ten diepste treur om de gebrokenheid van de Schepping, omdat die niet meer perfect is, niet helemaal zoals die zou moeten zijn?’

Ja, knikte de medechristen resoluut.

En het klopt nog ook

Hoe langer ik erover nadenk hoe logischer het eigenlijk is. Rond je verjaardag denk je terug aan je geboorte, aan je oorsprong, toen alles nog onverpest volmaakt was. En nu is dat niet meer zo. Dat is datzelfde diepe verdriet als om de schepping die niet meer perfect is.

Ik ben daar altijd al gevoelig voor geweest, als kind al. Hoe verschrikkelijk vond ik het toen ik op school voor het eerst iets leerde over milieuvervuiling en zure regen. Hadden ze me dat maar nooit verteld! Voor mij zat er voortaan om alle mooie dingen een uitlaatgrijs randje…

ook om mijn verjaardag…

Leuk & happy

Want op verjaardagen moet je altijd doen alsof alles leuk en happy is, maar mijn hoofd weet dat dat niet klopt. Helemaal niet alles is leuk en happy. Er zijn zieke mensen, verdrietige mensen, gemene mensen, er is oorlog en honger, er is plastic soup en klimaatverandering, er is corona. Het is helemaal geen feest, denkt mijn hoofd. Andere mensen kunnen voor een dag of nog langer doen alsof het er niet is, maar ik ben gevoeliger voor het kreunen van de schepping dan andere mensen en mij lukt dat niet zomaar.

Niet zomaar

Nu ik erachter ben gekomen, dat het komt door de eenzaamheid van het anders zijn, maar ook door het verdriet om de gebrokenheid van de schepping, weet ik dat dit gevoel recht uit het hart van God komt. Mijn birthday blues is dus niet verkeerd of raar.

Het zou zelfs kunnen leiden tot iets moois, iets hoopvols, want dat doen gevoelens die van God komen.

Overigens viel mijn verjaardag dit jaar reuze mee. Ik had genoeg afleiding, kreeg veel felicitaties op afstand en het was rustig en knus met alleen de ouders die langskwamen. Best heel oké voor een keer.

En volgend jaar ga ik het anders voorbereiden

Volgend jaar zal ik de tijd nemen om mijn afgelopen jaar met aandacht en waardering herdenken, het kwade en het goede. Ik zal mezelf toestaan om te treuren om de gebrokenheid van de schepping en ik zal God vragen om al mijn verjaardagstranen op te vangen in zijn kruik. Getroost en bemoedigd zal ik vervolgens om vijf minuten voor twaalf het glas heffen, samen met mijn geliefde, op een hoopvol nieuw levensjaar!

‘Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. En dat niet alleen: ook wijzelf…’ Rom. 8:22-23a

‘Zie, Ik maak iets nieuws, nu zal het uitspruiten, heb je het nog niet gemerkt? Ik baan een weg door de woestijn, maak rivieren in de wildernis.’ Jes. 43:19